Veertien Nederlandse wielrenners gaan vandaag in Bilbao van start in de 110de editie van de Tour de France. Dat zijn er vier meer dan vorig jaar en net zo veel als in 2021 en in 2018. Onder hen zijn ook de Zaankanters Cees Bol en Ramon Sinkeldam.
Sinds 2018 mogen ploegen nog maar uit acht in plaats van negen renners bestaan. Dat betekent dat sindsdien de kans om geselecteerd te worden voor het grootste wielerspektakel ter wereld alleen maar kleiner is geworden.
Elf ploegen
De Nederlanders komen uit elf ploegen en dat zijn er veel meer dan in de afgelopen tien edities. In 2015, toen er 20 landgenoten van start gingen, kwamen zij uit acht verschillende ploegen en in 2021 en 2018 kwamen de veertien Nederlanders ook uit acht ploegen. Jumbo-Visma heeft er met Wilco Kelderman en Dylan van Baarle twee, Jayco AlUla (Dylan Groenewegen en Elmar Reinders) en Alpecin-Deceuninck (Mathieu van der Poel en Sinkeldam) eveneens.
Eenlingen
De andere acht deelnemers zijn de enige Nederlanders bij hun team. Dat zijn Bol bij Astana, Wout Poels bij Bahrain Victorious, Danny van Poppel bij Bora-hansgrohe, Lars van den Berg bij Groupama-FDJ, Pascal Eenkhoorn bij Lotto Dstny, Mike Teunissen bij Intermarché-Circus-Wanty, Nils Eekhoff bij DSM-Firmenich en Fabio Jakobsen bij Soudal Quick-Step. De 31-jarige Reinders, de 26-jarige Eenkhoorn en de 24-jarige Van den Berg maken hun debuut in de Tour de France. Poels (35) start al voor de tiende keer.
