Watersportverbond ziet geen enkel positief effect Zaans vaarvignet

04 sep , 10:00 Gemeente
boot
Google Street View

Het Koninklijk Nederlands Watersportverbond is niet blij met het plan van het Zaanse college om vanaf volgend jaar binnenhavengeld en een vaarvignet in te voeren. Dat onderwerp staat vanavond op de raadsagenda en de belangenclub met circa 400 aangesloten verenigingen en 80.000 leden ziet er helemaal niets in. 

Het verbond heeft het stadsbestuur laten weten de wens om overlast op het water en onbeheerde boten aan te pakken te begrijpen en effectieve maatregelen voor veiligheid op het water en natuurbehoud toe te juichen. 'Echter, wij hebben fundamentele bezwaren tegen de voorgestelde invoering van binnenhavengeld en een vignetplicht,' zo staat in een brief aan het college en de raad. Daarin staat ook dat een tarief voor het normale gebruik van openbaar vaarwater 'juridisch kwetsbaar' wordt geacht omdat openbare waterwegen van oudsher een publieke bestemming hebben.  

Lappendeken

Een ander probleem dat de bond ziet is dat Zaanstad een ongewenst precedent schept en het fundament legt voor een lappendeken van lokale vaarbelastingen in Nederland. 'Zaanstad ligt aan twee belangrijke doorgaande vaarroutes. Als elke gemeente langs dergelijke routes een vignet of tol gaat eisen, wordt vrij varen door Nederland praktisch en financieel onhaalbaar. Waterrecreatie dreigt onbetaalbaar te worden voor de burger wanneer op ieder traject weer betaald moet worden,' aldus het schrijven.

Ervaringen elders

Daarin worden ook ervaringen elders aangehaald, waaruit zou blijken dat handhaving van een vignetplicht voor pleziervaart complex is. 'In theorie kan men met scanners vignetten uitlezen, maar in de praktijk vergt toezicht nog steeds veel inzet op het water. Het systeem is bovendien fraudegevoelig – kwaadwillende burgers kunnen zonder vignet varen of met andermans bewijs rondvaren, zeker op uitgestrekte wateren met beperkte middelen om te controleren. De handhavingskosten en administratieve lasten voor de gemeente kunnen daardoor hoog oplopen, terwijl het daadwerkelijke effect op veiligheid en overlastbeperking onzeker is.'