De gemeenteraad debatteert morgenavond over het voorstel voor een verplicht vaarvignet voor inwoners met een voor een motor geschikte boot, dat enkele weken geleden veel stof deed opwaaien. Een vignet gaat jaarlijks 152 euro kosten, en dat vindt een aantal partijen veel te veel geld, met name als het om een klein vaartuig gaat.
Democratisch Zaanstad stelde er technische vragen over en kreeg als antwoord dat de hoogte van het tarief is gebaseerd op een raming van de baten en lasten. De inkomsten worden door de gemeente gebruikt voor het bekostigen van het vaarwegbeheer. De pleziervaart betaalt dan tien procent van dat bedrag, terwijl dit nu door alle inwoners, ook die zonder boot, bijeen wordt gebracht.
'Ongeveer de helft van de brugpassages bestaat uit pleziervaart, maar deze schepen zijn kleiner dan beroepsvaartschepen waardoor er vaak meerdere tegelijk door een sluis kunnen. De afmetingen en diepgang zijn doorgaans geringer, waardoor een groter deel van de beheerkosten aan de beroepsvaart kan worden toegerekend,' aldus de antwoorden. Pleziervaart maakt echter gebruik van een groter vaargebied, inclusief secundaire vaarwegen waar ook beheer plaatsvindt.
Er is gekozen voor vaste jaartarieven, omdat deze eenvoudig en kostenefficiënt zijn in de uitvoering. Verschillende typen vaartuigen profiteren in gelijke mate van de voorzieningen, waardoor differentiatie naar type of grootte niet aan de orde is. Een dergelijke differentiatie zou bovendien in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel. Differentiatie op basis van vaarsnelheid, motortype of gebruiksfrequentie is niet overwogen, omdat deze criteria niet handhaafbaar zijn.
Niet-Zaanse booteigenaren betalen 25 per jaar voor het recht om op Zaanse wateren te mogen varen. DZ noemt dat 'mogelijk discriminerend', maar het college redeneert dat boten met een vaste ligplaats in Zaanstad in verhouding aanzienlijk meer gebruikmaken van het openbaar water dan passanten of bezoekende pleziervaartuigen. 'Dit uitgangspunt rechtvaardigt het verschil tussen het hoge en het lage tarief.'
Buurgemeenten zoals Amsterdam en Haarlem en ook de provincie Noord-Holland hanteren al een vignetplicht. Dit heeft ertoe geleid dat eigenaren hun vaartuigen vaker in Zaanstad aanleggen vanwege de relatief lagere kosten hier. In zoverre komt er dus een gelijker speelveld. Of het vervan komst is echter aan de gemeenteraad.
In Amsterdam wordt de opbrengst van het binnenhavengeld pleziervaart, net als in het Zaanse voorstel, gebruikt voor het vrijhouden van de vaarweg en voor het verzamelen van informatie over het waterverkeer. Dit gebeurt door het digitaal uitlezen van het vignet en draagt bij aan het veilig houden van de vaarwegen. In Amsterdam kost een doorvaartvignet dat drie kalenderjaren geldig is 43 euro. Zes uur afmeren kost daar zeventien en 24 uur afmeren 33 euro.
Vignet met ligplaats in Amsterdam:
In Haarlem mag men alleen aanmeren met een ligplaatsvergunning. Een voorwaarden in deze vergunning is dat het vaartuig een vignet dient te hebben. Het aanmelden voor de wachtlijst kost 84,31 euro, een ligplaatsvergunning wijzigen 23,12 en een nieuw vignet kost 22,25 euro. Er geldt een korting van 25 procent als de boot elektrisch is of op spierkracht vaart.