Parkeren verdeelt politiek tot op het bot: hoeveel ruimte ervoor te reserveren?

Er moet nog heel wat water door de Zaan voordat er in de lokale politiek overeenstemming is over het parkeerbeleid. Partijen staan lijnrecht tegenover elkaar wat betreft de verdeling van de schaarse openbare ruimte. En waar de één ruimte wil houden voor groen, spelen en ontmoeting geeft een ander proriteit aan autobezit. 

Het college heeft een nieuwe parkeervisie opgesteld die volgens wethouder Gerard Slegers van Mobiliteit is opgesteld met als uitgangspunt om een balans te vinden tussen alle modaliteiten. Het is geen kwestie van 'automobilistje pesten,' zei hij tijdens de behandeling in de raad, die overigens nog lang niet is afgerond. Dat er  compromissen gesloten moeten worden zien ook de PvdA, D66, de Partij voor de Dieren, GroenLinks en Rosa. Die laatste partij kwam zelfs met de leus 'op weg naar een autovrije generatie'. 

Sociale ontwrichting

Aan de andere kant van het politieke spectrun bevinden zich Lokaal Zaans - 'Deze onrealistische visie leidt tot sociale ontwrichting'- en Denk: 'Stom plan'. Maar ook Democratisch Zaanstad ('Het regelmatig gebruik deelauto duurder dan eigen auto'), het CDA ('De veiligheid komt in het gedrang door het tekort aan parkeerplaatsen'), de PVV ('De papieren werkelijkheid klopt niet met de praktijk; de parkeernormen buiten het centrum van Zaandam moeten omhoog) en de VVD die pleitte voor ondergrondse parkeergarages willen meer parkeerruimte dan het college voorziet in het nieuwe beleid.

Busjes

De POV neemt er aanstoot aan dat volgens de nota vijftien kilometer een 'korte afstand' is voor een fietser, de ChristenUnie ziet veel in een pas op de plaats totdat het openbaar vervoer 'eindelijk op orde is' en de SP stipte als enige partij een probleem in veel woonstraten aan: het groeiende aantal geparkeerde werkbussen. Op dat laatste wordt volgens Slegers nog gestudeerd en er worden oplossingen gezocht: 'In Poelenburg bijvoorbeeld mogen geen bussen langer dan zesenhalve meter meer in de parkeervakken staan. Die nemen dan anderhalve plek in beslag.'

Vijftien kilometer afleggen is met een elektrische fiets 'niet echt een te grote afstand,' zei Slegers ook. Het dubbelgebruik van private terreinen zoals die van ProRail bij de stations blijkt 'heel moeilijk', gaf hij ook aan. 'Dat zijn stroeve gesprekken. Maar wij hebben ook niets te bieden; wij kunnen alleen maar nemen.' De blauwe zones die er nu zijn in Wormerveer en Krommenie en op de Zuiddijk in Zaandam blijven zoals ze zijn, maar in de toekomst wil Zaanstad liever inzetten op gedifferentieerde tarieven in winkelgebieden. Voor winkeliers maakt dat volgens Slegers niets uit, maar voor de scanauto's is het gemakkelijker controleren. De nieuwe parkeervisie leidt niet tot veranderingen in bestaande wijken, benadrukte hij. Het stuk gaat alleen over nieuwe te bouwen woningen.  

Steeds meer gemeenten voeren betaald parkeren in of breiden de zones uit. In twee jaar tijd is het aantal parkeerplekken waarvoor betaald moet worden met bijna een kwart (23,4 procent) toegenomen en dat terwijl er tussen 2013 en 2022 al sprake was van een groei van 30,5 procent, blijkt uit onderzoek door databedrijf Spotzi op verzoek van EenVandaag. Niet alleen in de grote steden, ook in kleinere plaatsen. Volgens hoogleraar transportbeleid aan de TU Delft Bert van Wee is het logisch dat op steeds meer plekken betaald parkeren wordt ingevoerd. 'We krijgen meer auto's in Nederland en er is vaak niet de ruimte om die te stallen. Dat betekent dat in gebieden net buiten het centrum, waar nu nog gratis geparkeerd kan worden, de parkeerdruk vaak zo hoog wordt dat het verstandig is om betaald parkeren in te voeren,' legt hij uit. 

Op verzoek van EenVandaag maakte databedrijf Spotzi een vergelijking tussen de gebieden waar je in 2022 moest betalen om te parkeren (groen) en de situatie nu (met rood erbij). Spotzi heeft hiervoor data gebruikt van de RDW, de dienst die bijhoudt op welke plekken betaald parkeren geldt.