College bij RvS: 'Zakken liggen niet wekenlang onopgemerkt naast containers'

04 dec , 4:01 Gemeente
Screenshot_20251203_153245
Wikimedia / M. Minderhoud

De Raad van State heeft zich weer eens over een Zaanse zak gebogen. Een huisvuilzak, wel te verstaan. Die werd op 8 januari dit jaar verwijderd naast een afvalcontainer in de straat Gibraltar in Zaandam. In het afval zat ook een poststuk met een adres, maar de bewoner van die woning verklaarde dat de zak verkeerd was aangeboden door de vorige bewoner.   

De man wees er in dat verband op dat hij pas sinds 21 november 2024 op zijn huidige adres woont en dat op het aangetroffen poststuk wel het adres, maar niet zijn naam staat. Hij vocht met dat argument de boete van 210 euro aan. Volgens vaste rechtspraak van de RvS mag er indien verkeerd aangeboden huishoudelijk afval tot een bepaalde persoon te herleiden is vanuit worden gegaan dat dit afval door de betrokkene is achtergelaten. Alleen al dat ene gegeven is in beginsel voldoende om diegene als overtreder aan te merken.

Vermoeden ontkrachten

Het is vervolgens aan de beschuldigde om dit zogenoemde bewijsvermoeden te ontkrachten. De maatstaf daarbij is of de aangevoerde argumenten de juistheid van het vermoeden in twijfel trekken. De betrokkene heeft dus geen hard bewijs nodig dat hij niet de overtreder was. In dit geval luidt het oordeel dat het bij een recente verhuizing zou kunnen zijn dat de vorige bewoner de post nog heeft ontvangen, maar dat dit in dit geval niet waarschijnlijk is gezien het tijdsverloop tussen de verhuizing en de aangetroffen zak. 

Het college betoogde op de zitting dat het niet mogelijk is dat de huisvuilzak wekenlang onopgemerkt naast de afvalcontainer heeft gelegen, 'omdat daar helaas vaak veel afval verkeerd wordt aangeboden en dat daarom dat afval dagelijks wordt opgehaald'. Het was voor de hoogste bestuursrechter reden genoeg om het beroep van de Zaandammer ongegrond te verklaren.