Controleurs weer op pad voor misschien wel de meest verfoeide gemeentelijke heffing

Foto: Pixabay

De gemeente maakte afgelopen week bekend dat de hondencontroleurs weer op pad zijn.

Dat betekent dat mensen die hun hond(en) niet hebben gemeld bezoek kunnen verwachten van een controleur die het oor te luister legt om illegale viervoeters op te sporen. Het doel is om alsnog een rekening te overleggen van (in het geval van Zaanstad) 70,18 euro. Een tweede en alle volgende honden kosten 114,94 euro. Plus een boete, wanneer het huisdier niet is aangegeven.

Introductie in 1446

De vaak verfoeide belasting gaat terug tot het jaar 1446. Toen werd in Utrecht de eerste hondenbelasting geheven – in de vorm van zout. Dat voorbeeld werd gevolgd door Leiden. Jaren later ging men over op een heffing in geld, waarbij de opbrengst bestemd was voor de armen. Door hondenbezitters daarvoor te laten betalen kon er voorzien worden in voedsel voor de armen.

De belasting diende ook om het bezit van honden enigszins aan banden te leggen en daarmee hondsdolheid te beperken en de heffing was een soort vroege wegenbelasting: al vanaf het begin van de 17e eeuw werd de hond ingezet als trekdier, maar vooral in de 19e en het begin van de 20e eeuw werd veelvuldig gebruik gemaakt van hondenkarren. Die zijn overigens pas in 1962 in Nederland verboden, veel later dan in bijvoorbeeld Frankrijk en Engeland.

De hondenbelasting was nooit een bestemmingsbelasting en verdwijnt ook nu nog in de pot algemene middelen. Dat voelt niet helemaal eerlijk en er is meer dan eens op – soms subtiele – geprobeerd om ervan af te komen. Zo diende de Duitse advocaat Elmar Vitt uit Salzhausen in 2012 een eis tot afschaffing in bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Hij betoogde dat er sprake was van discriminatie omdat de belasting niet geldt voor bijvoorbeeld katten, paarden en hamsters.

120.000 handtekeningen

Daarbij stelde hij zich op het standpunt dat het onethisch is om dieren, door hen fiscaal belasten, op één lijn te zetten met sigaretten, drank en het bezit van een tweede huis. Zijn klacht ging vergezeld van 120.000 handtekeningen van mensen die met hem ageerden tegen de hondenbelasting. Het ging echter mis: drie ‘cruciale, tijdgebonden en onvervangbare documenten’ raakten zoek. En hoewel de rechter toegaf dat de fout bij hem lag, kon de termijn waarbinnen de zaak behandeld moest worden niet verlengd. Elmar Vitt hield er een ‘katterig’ gevoel aan over.

Examen voor baasjes

Oostenrijk bedacht wat anders: daar hoeven hondeneigenaren sinds 2012 niet meer te betalen mits ze een examen afleggen. Op vrijwillige basis kunnen ze voor 25 euro eerst een schriftelijk examen afleggen, met vragen als ‘Als uw hond met zijn staart zwaait, is hij dan blij, opgewonden of verveeld?’ Voor het praktijkgedeelte moeten baasjes, onder begeleiding van een examinator, met hun hond een wandeling maken.

Ze moeten dan laten zien dat ze hun huisdier een muilkorf kunnen omdoen (wat daar in het openbaar vervoer verplicht is) en een demonstratie geven van het oprapen van de uitwerpselen. Helaas geldt de vrijstelling van de hondenbelasting slechts voor één jaar. En Wenen zag de bui al hangen en verhoogde de belasting in hetzelfde jaar als de landelijke maatregel werd ingevoerd van 43,60 naar 72 euro. Het is eens te meer een bewijs dat veel gemeenten de opbrengst uit honden niet willen of kunnen missen.

Veranderende perceptie

Maar toch is de perceptie in Nederland aan het veranderen. Inmiddels heeft ongeveer een derde van alle gemeenten de hondentaks afgeschaft, waaronder Amsterdam (2016) en met ingang van volgend jaar ook Rotterdam. In gemeenten die nog volharden is de heffing in veel gevallen naar beneden bijgesteld. Nederland telt op dit moment ongeveer 2,1 miljoen honden.

En in Zaanstad?

In de aanloop naar de volgende raadsverkiezingen in maart volgend jaar dringt de vraag zich op of het de gemeente Zaanstad zou sieren om de hondeneigenaren die kosten maken voor bijvoorbeeld gehoorzaamheidstrainingen en opruimzakjes tegemoet te komen door de belasting af te schaffen. Is dit het moment om in de verkiezingsprogramma’s af te rekenen met een 571 jaar oude traditie?

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen