Het gisteren overeengekomen handelsakkoord tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten betekent een - voorlopig - einde aan de onzekerheid voor bedrijven. Tegelijkertijd blijft een algemeen tarief van vijftien procent op alle Europese producten 'een bijzonder pijnlijke maatregel voor ondernemers,' reageert werkgeversorganisatie VNO-NCW.
Ook het handhaven van het tarief van 50 procent op staal en aluminium heeft volgens de lobbyclub voor het Nederlandse bedrijfsleven een 'enorme impact op bedrijven in die sector'. 'Het is daarom van belang dat de Europese Commissie de komende tijd in gesprek blijft met de VS over verdere verlaging van de tarieven en verbeterde handelsafspraken voor belangrijke Nederlandse sectoren en bedrijven,' aldus de ondernemers. VNO-NCW noemt het 'goed dat het Nederlandse kabinet zich hiervoor inzet'.
Verder moet de EU wat de organisatie betreft blijven werken aan de versterking van de eigen concurrentiekracht en interne markt en inzetten op handelsafspraken met andere landen'. 'We gaan de details van het akkoord nu eerst nader bestuderen en bespreken met onze leden,' voegt een woordvoerder eraan toe.
De Amerikaanse importheffingen op staal en aluminium blijven voorlopig 50 procent, ondanks de handelsdeal tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten. Volgens FME, de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie, is dat een extra klap voor de al onder druk staande staalindustrie in Nederland.
FME ziet de handelsdeal als een belangrijke stap om verdere escalatie van het handelsconflict te voorkomen. Het is goed dat er weer ruimte ontstaat voor dialoog en stabiliteit, reageert de organisatie met 2200 aangesloten bedrijven. Maar volgens FME kent het akkoord ook duidelijke tekortkomingen die serieuze aandacht verdienen. Zo kunnen Amerikaanse producten de Europese markt zonder importheffing binnenkomen. Dat zorgt volgens FME voor een 'asymmetrische situatie die Europese en Nederlandse bedrijven op achterstand zet'.