De industrie in het Noordzeekanaalgebied wil de uitstoot van CO2 in 2030 hebben gehalveerd ten opzichte van de huidige vijftien megaton. Nog weer twintig jaar later moeten bijna alle afvalstromen worden hergebruikt en moet het emissieniveau tot een minimum zijn teruggebracht.
Het Noordzeekanaalgebied is de snelst groeiende regio van Nederland met een grote diversiteit aan industriële activiteiten. Ondernemers, lucht- en zeehavengerelateerde bedrijven, de provincie, gemeenten en milieuorganisaties zijn er nu in geslaagd een gezamenlijke visie te ontwikkelen en de vele projecten en innovaties die daarbij horen uit te werken.
Concrete voorbeelden daarvan zijn:
- Elektrificatie van bijna alle industrieën, als alternatief voor gas;
- Afvang van CO2 bij Tata Steel, AEB Amsterdam en de HVC Groep en de levering aan tuinders, of om in combinatie met waterstof te hergebruiken als basisgrondstof in de chemie;
- Grootschalige productie van groene waterstof voor het maken van synthetische brandstoffen door de inzet van CO2;
- Gebruik van restwarmte en het opwekken van warmte via geothermie, bodemenergie en biomassa.
Berekend is dat de vraag naar elektriciteit de komende tien jaar verviervoudigt door onder meer de komst van data centers. Daarom maken de netwerkbedrijven plannen om de infrastructuur voor stroom te versterken en een waterstof- en CO2-net aan te leggen, terwijl warmtebedrijven een warmtenet voor de verwarming van huizen en kassen op zich nemen.
