Traumaheli's 'vieren' dinsdag 100.000ste oproep sinds 1995

09 feb 2020, 11:05 Actueel
screenshot 20200209 110259
Flickr / Waaghals

De traumahelikopter is ook in het luchtruim boven Zaanstad allang geen opmerkelijk verschijnsel meer, al is de landing van zo'n vliegende ambulance nog steeds een spektakel. Een kwart eeuw nadat de Lifeliners in ons land werden geïntroduceerd bereiken ze nu de 100.000 oproepen. Gemiddeld vliegt de heli inmiddels zes keer per dag.

Nederland volgde in 1995 het voorbeeld van Duitsland, waar door gespecialiseerde zorg ter plekke meer slachtoffers een ernstig incident overleefden en ook sneller herstelden. Een team is vanuit een traumacentrum binnen twee minuten op weg en in een kwartier op de plek des onheils. De 100.000ste inzet wordt dinsdag ‘gevierd’ op Rotterdam The Hague Airport. De heli wordt ingezet bij bijvoorbeeld verkeersongelukken, een val van hoogte, als er sprake is van meerdere ernstige slachtoffers, bij onderkoeling, verdrinking, de reanimatie van een kind of als de ambulance er te lang over zou doen.

[embed][/embed]

Meestal gaat de patiënt uiteindelijk met een ambulance naar het ziekenhuis en niet met de helikopter. Vier mobiele medische teams staan 24 uur per dag paraat om met de heli uit te rukken bij incidenten. Zo’n team bestaat uit een gespecialiseerde arts en een verpleegkundige, die ook dienst doet als navigator, en uit een piloot die in dienst is bij de ANWB, de eigenaar van de helikopters. De totale poule bestaat uit 120 bemanningsleden. De Lifeliners mochten pas ook in de nacht vliegen na de brand in Café De Hemel op de dijk in Volendam. De vele ambulances konden die nieuwjaarsnacht van 2000 op 2001 nauwelijks bij de brand komen en belandden in een verkeerschaos. Daarna kwam er toestemming om ook in het donker te te vliegen.

screenshot 20200212 121119

[embed][/embed]

Eenmaal ter plekke bekommeren arts en verpleegkundige zich om het slachtoffer en blijft de piloot bij de helikopter om onder meer de landingslocatie veilig te houden. De heli kan niet overal landen. In het donker is bijvoorbeeld buiten de bebouwde kom een open ruimte nodig van 25 bij 50 meter. In de loop der jaren waren er wel bijzondere landingsplekken, zoals in het PSV-stadion, op het Amsterdamse Rokin en op een bevroren Gooimeer.