
De leefbaarheid in de 20 gebieden van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV), waaronder Zaandam Oost, is tussen 2018 en 2024 iets sterker verbeterd dan het landelijk gemiddelde. Desondanks blijft de leefbaarheid er nog flink achter bij het landelijke beeld. Dat blijkt uit de voortgangsrapportage - met een voorwoord van Jan Hamming - die minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Uit de Leefbaarometer blijkt dat overlast en onveiligheid de grootste invloed hebben op de achterblijvende leefbaarheid in de NPLV-gebieden, gevolgd door het soort woningen in de wijk. Positief is dat inmiddels relatief meer mensen werken en bewoners gemiddeld meer verdienen. Ook groeit een kleiner deel van de kinderen op in armoede, is het aantal jongeren met een verdenking gedaald en is ook het risico op onderwijsachterstanden afgenomen. 'Het is goed om te zien dat de eerste ontwikkelingen van de gebiedsgerichte aanpak zichtbaar worden,' zegt Keijzer.
'We zien nu de eerste effecten van de eerste drie jaar van een aanpak die vijftien tot 20 jaar inzet vraagt. In deze buurten wonen mensen met vaak meerdere problemen op het gebied van wonen, veiligheid, inkomen of gezondheid. Zes ministeries trekken in de NPLV-wijken op met lokale partijen en bewoners om het tij te keren. De problemen zijn hardnekkig en vragen om structurele investeringen om het toekomstperspectief van de 1,2 miljoen bewoners te verbeteren,' aldus de minister. In Zaandam Oost gaat het om ruim 40 samenwerkingspartners.

Het aandeel woningen dat in een gebied met een ‘zwakke’ of lagere leefbaarheid staat is afgenomen van 60 procent in 2018 naar 55 in 2024. Het landelijke gemiddelde is echter slechts elf procent. Ook ervaren minder mensen in de NPLV-gebieden hun gezondheid als (zeer) goed: dat aantal ligt vijf tot tien procentpunten lager dan gemiddeld in Nederland.
In de NPLV-gebieden staan relatief veel goedkope en slecht onderhouden woningen. Daarom worden woningen nieuwe gebouwd en bestaande huizen en maatschappelijke voorzieningen verbeterd. De sloop van de Spaghettiflat is er een goed voorbeeld van. Met geld uit de Woningbouwimpuls en de Startbouwimpuls is gestart met de bouw van zo’n 2500 woningen van in totaal 33.000 in de NPLV-gebieden. Tussen 2025 en 2029 worden nog eens 50.000 woningen en collectieve voorzieningen zoals scholen verbeterd en gebouwd.
In 2024 werden met geld van het Volkshuisvestingsfonds ruim 7.500 woningen verbeterd in de NPLV-gebieden. Ook werden circa 27.470 huishoudens ondersteund bij het treffen van energiebesparende voorzieningen voor een lagere energierekening en een gezonder binnenklimaat. In totaal zijn 8298 sociale huurwoningen in de NPLV-gebieden verbeterd in energieprestatie.
Het aandeel werkenden in de NPLV-gebieden is gestegen van 60 procent in 2018 naar 64 procent in 2024. Wel blijft het gemiddelde ongeveer zeven procent lager dan landelijk. Ook het aandeel mensen in de bijstand daalt gestaag: acht procent van de huishoudens leefde in 2023 in armoede tegen achttien procent in 2018. Dit is in lijn met de landelijke daling van armoede. Wel leven nog altijd dubbel zoveel huishoudens onder de armoedegrens als gemiddeld in Nederland.
Verschillende interventies – zoals baangaranties voor jongeren, verlengde leertijd, begeleiding naar werk voor mensen in de bijstand en activerende kinderopvang – droegen hieraan bij. Het risico op onderwijsachterstanden in zowel het basis- als het voortgezet onderwijs nam iets af in de NPLV-gebieden, maar blijft hoger dan gemiddeld in Nederland. In 2024 kwamen 11.088 kinderen uit de NPLV-gebieden in aanmerking voor voorschoolse educatie, zoals peuteropvang. Zo’n driekwart daarvan nam ook daadwerkelijk deel. Ongeveer 53.000 kinderen in NPLV-gebieden kregen verlengde leertijd op de basisschool.
Bewoners van NPLV-gebieden ervaren bijna twee keer zoveel overlast en onveiligheid als gemiddeld in Nederland. De ervaren onveiligheid neemt sinds 2018 wel iets af, hoewel relatief iets minder snel dan gemiddeld in ons land. In bijna alle NPLV-gebieden ervaart meer dan de helft van de bewoners overlast, met uitschieters tot 70 procent.
Het aantal geregistreerde verdachte jongeren van twaalf tot en met 22 jaar per 10.000 bewoners daalde in 2024 licht, in lijn met de landelijke ontwikkeling. Met onder meer de inzet van het programma Preventie met Gezag zetten de NPLV-gebieden flink in op het weerbaar maken van jongeren, het voorkomen van jeugdcriminaliteit en straffen indien nodig.




