
De evaluatie van de effectiviteit van het Pact Zaandam Oost en (eerder) het actieplan Poelenburg en Peldersveld laat zien dat het effect van één maatregel, te midden van vele andere en daarnaast van autonome ontwikkelingen, vrijwel onmogelijk te duiden is. Gekeken is daarom naar het grotere plaatje en de gehavende gemeenteraad (of de volgende) zal moeten besluiten of de extra inzet wordt voortgezet.
In de evaluatie is met behulp van beschikbare data, enquêtes en interviews onder andere gekeken naar de instroom van nieuwe bewoners in (sociale) huurwoningen in Poelenburg en Peldersveld en naar veranderingen in leefbaarheid en veiligheid in deze buurten. Ook is een vergelijking gemaakt met andere en buurten en wijken, vooral binnen Zaandam Oost. Uit een landelijke evaluatie is gebleken dat effecten van een aanpak als die van het Pact pas op de langere termijn zichtbaar (kunnen) worden.
In 2017 al werd voor Poelenburg en Peldersveld een actieplan opgesteld met als speerpunten meer diversiteit in de bevolkingsopbouw en het zichtbaar aanpakken van de ondermijnende criminaliteit. Die doelstellingen zijn nog steeds actueel. De Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp - ook wel de Rotterdamwet genoemd) heeft als doel het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in de betreffende buurten. Dat gebeurt onder meer door voorwaarden te stellen aan de groep instromers en het screenen van instromers door de politie.
De effecten van de Wbmgp lijken qua instroom een positief verschil te maken in Poelenburg en Peldersveld. 'We zien dat het grootste deel van de vrijgekomen sociale huurwoningen wordt toegewezen aan instromers met inkomen uit niet-commercieel werk (bijvoorbeeld in de zorg, het onderwijs of bij de politie, red.). Het effect in de huidige periode is wel circa een derde minder dan in de vorige, door de uitzondering voor bestaande inwoners van de buurten sinds 2021. Woningzoekenden uit Poelenburg en Peldersveld hebben hierdoor meer kans gekregen om in hun eigen buurt een stap in hun wooncarrière te maken. Het lijkt er verder op dat mede door de Wbmgp het aantal minimahuishoudens en inwoners met een bijstandsuitkering afneemt.' Deze afname is ook in andere wijken te zien, maar de daling is het grootst in Poelenburg.

De gemeente ziet vooral in Poelenburg veel positieve ontwikkelingen. 'In de Leefbaarometer, de Wijkenmonitor, cijfers over startkwalificatie en in cijfers van de politie over criminaliteit en overlast zijn allemaal stappen vooruit gezet. Voor Peldersveld geldt dat minder. De indicatoren met betrekking tot leefbaarheid laten hier juist achteruitgang zien. De politiecijfers laten wel net als in Poelenburg vooruitgang zien; het verschil in deze cijfers tussen Poelenburg / Peldersveld en de andere wijken in Zaandam Oost is duidelijk zichtbaar. Ook de ervaren veiligheid is in Peldersveld gestegen.'

De (ervaren) sociale cohesie laat in alle wijken in Zaandam Oost echter een achteruitgang zien en dat geldt ook voor het merendeel van de wijken buiten dat stadsdeel. 'Dat deze daling bijna overal zichtbaar is maakt het moeilijk voorstelbaar dat we hier te maken hebben met een effect van de Wbmgp. Professionals benoemen dit als een bredere zorg en maatschappelijke trend, met als algemenere oorzaken bijvoorbeeld individualisering, afnemende tolerantie en uitvergroten van zaken op social media.'
De ervaren veiligheid is in Poelenburg gedaald en wisselt verder per wijk. 'De beleving van veiligheid wordt volgens literatuur door veel meer factoren beïnvloed dan alleen de werkelijke criminaliteit of andere dreigingen. De Wbmgp heeft in dit complexe samenspel beperkt invloed op ervaren veiligheid.' Voor een mogelijk waterbedeffect in andere wijken is in de evaluatie in de eerste plaats gekeken naar de instroom van de aantallen urgenten in sociale huurwoningen. Het lijkt erop dat er wat dat betreft een waterbedeffect bestaat in een aantal wijken: de Rosmolenwijk, Wormerveer en Krommenie.
'Hier zien we na 2017 een stijging in deze aantallen.' Maar ook daar is het aantal minima-huishoudens en het aantal bijstandsuitkeringen veelal ook gedaald. 'Op het gebied van leefbaarheid en veiligheid zijn de uitkomsten per wijk en thema wisselend. Hierdoor is niet duidelijk vast te stellen dat er sprake is van een duidelijk waterbedeffect wat betreft effecten op leefbaarheid en veiligheid in deze wijken.'

Enkele andere wijken kennen vrijwel permanent een hoge instroom van urgenten, dus ook al vóór de start van de Wbmgp en .er is 'veel aanleiding om ook een open blik te houden voor andere oorzaken, die een andere aanpak kunnen vereisen'. 'Een permanente of tijdelijke instroom van urgenten kan ten eerste niet alleen de Wbmgp als oorzaak hebben. Ten tweede wordt in de enquête onder professionals en in gesprekken ook verwezen naar andere oorzaken van problematiek. Bredere zorg over afnemende tolerantie is al genoemd, een andere die prominent naar voren komt is onderverhuur van particuliere huur- en koopwoningen aan arbeidsmigranten.'
In grote lijnen lijkt het reguleren van de instroom goed te werken maar wat betreft het doel, het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid, 'kunnen ontwikkelingen niet direct worden gecorreleerd aan (alleen) de inzet van de Wbmgp'. 'Maar we zien in monitoren en data wel positieve ontwikkelingen in het gebied, met name in Poelenburg en op een aantal aspecten toch ook in Peldersveld. Professionals zijn verdeeld over de effecten,' aldus het college over de evaluatie.
Er lijkt in een aantal wijken een waterbedeffect te bestaan wat betreft de instroom van urgenten in sociale huur. Een duidelijk waterbedeffect op de sociaal-economische samenstelling is er echter niet en op leefbaarheid en veiligheid (met een wisselend beeld) kan dat niet worden vastgesteld. 'De ervaringen en meningen van professionals over de Wbmgp zelf zijn verdeeld én waardevol. Een deel vindt inzet ervan goed, een deel niet. In de uitvoering worden knelpunten gesignaleerd, al gaat een groot deel ook goed. Sommigen houden een pleidooi voor ander, gedifferentieerder en/of aanvullend instrumentarium. Het is zinvol om daar notie van te nemen.'
Differentiatie naar kleinere gebieden lijkt op grond van de beschikbare data mogelijk: lang niet overal in het huidige Wbmgp-gebied is sprake van concentratie van bijvoorbeeld bijstandsuitkeringen of leefbaarheidsproblematiek. Tegelijk zijn er daarbinnen en daarbuiten kleinere gebieden die op grond van die data mogelijk weer wél (voortgaande) aandacht verdienen. 'Sommige wijken, instroomwijken voor urgenten of niet, lijken andersoortige aandacht te verdienen vanuit het oogpunt van leefbaarheid en veiligheid. In contact met professionals komt problematiek naar voren die bij zulke aandacht niet (alleen) met de Wbmgp kan worden geadresseerd. Zo kwamen we er signalen naar voren over een mogelijk ander soort waterbedeffect: tussen segmenten van de woningmarkt. Dat zou een neveneffect van de Wbmgp en andere aandacht vanuit het Pact kunnen zijn.'
De gemeente werkt in het Pact, dat een uitvloeisel is van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek, sinds vorig jaar samen met bewoners en ruim 40 partners aan het duurzaam verbeteren van de wijken in Zaandam Oost gedurende 20 jaar. Het Pact omvat een breed scala aan initiatieven: zo wordt op verschillende manieren ingezet op het sociaal en economisch versterken van de wijken en de bewoners. Zaandam Oost is ook één van de 20 gebieden in het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid.
In de wet wordt expliciet aangegeven dat er naast het reguleren van de instroom veel meer moet gebeuren om de leefbaarheid te vergroten, zoals ook in het Pact is afgesproken. De wet mag telkens voor vier jaar worden ingezet. In het voorjaar van 2026 loopt de tweede periode af en vandaar de nieuwe evaluatie.





