Van de 1,8 miljoen mensen die van 1999 tot en met 2023 van buiten Europa naar Nederland kwamen, was 32 procent (ruim 572.000 mensen) gezinsmigrant. Dat meldt het
Centraal Bureau voor de Statistiek. Zes procent was een gezinslid van een statushouder; bij de overige 94 procent ging het bijvoorbeeld om arbeidsmigranten of mensen die voor de liefde naar Nederland verhuisden.
Niet alle 1,8 miljoen immigranten bleven: zo had meer dan 40 procent op de laatste dag van 2023 Nederland weer verlaten. Gezinsmigranten blijven het vaakst voor langere tijd in Nederland. Van hen die tussen 2005 en 2010 van buiten Europa naar Nederland kwamen, woonde zo'n 57 procent daar dertien jaar later nog steeds. Bij asielmigranten geldt dit voor 52 procent. Volgens een woordvoerder van het CBS blijven deze groepen vaak langer omdat ze op zoek zijn naar 'een nieuwe basis'. Wel benadrukte ze hierbij dat dit 'lang niet bij iedereen het geval is'.
Sneller vertrekkers
Studiemigranten vertrekken het snelst, nipt gevolgd door arbeidsmigranten. De woordvoerder legt uit dat mensen vaak naar Nederland komen om een periode te werken en geld te verdienen, om vervolgens weer huiswaarts te keren. Zo is er bijvoorbeeld een grote groep Indiase expats die hier tijdelijk in software werken. Oekraïense vluchtelingen zijn een relatief nieuwe groep immigranten en het overgrote deel van hen verbleef eind vorig jaar nog in Nederland. Overigens vertrekken mensen die van binnen Europa naar Nederland komen vaker dan degenen die van daarbuiten komen.
Centraal Bureau voor de Statistiek