Het RIVM gaat nu pas beginnen met het onderzoek naar veilig recreëren in Park Nauerna. De provincie, Afvalzorg, de Belangengroep Nauerna (BGN) en de gemeente zijn het eens over de onderzoeksopdracht en hebben in een zogenoemd addendum afspraken gemaakt over de gevolgen van het onderzoek.
De besluitvorming over het addendum en daarmee de opdrachtverlening aan het RIVM vindt de komende weken plaats, laat Zaanstad vandaag weten. Het onderzoek van het Rijksinsituut voor Volksgezondheid en Milieu bestaat uit twee onderdelen. Eerst stelt het RIVM een generiek toetsingskader op voor het recreëren op stortplaatsen in het algemeen. Vervolgens maakt het instituut daarmee een risicobeoordeling voor de stortplaats in Nauerna. Hierbij zal het RIVM adviseren of er maatregelen nodig zijn om veilige recreatie mogelijk te maken en – zo ja – welke.
Nog ruim jaar wachten
Het onderzoek zal naar verwachting tot eind 2023 duren. Mocht het RIVM dit adviseren, dan neemt Afvalzorg ‘zo snel als redelijkerwijs mogelijk is’ maatregelen zodat de 60 hectare van Park Nauerna veilig kan worden ingericht en opengesteld. De provincie spant zich in om deze maatregelen te borgen in de milieuvergunning van Afvalzorg en de gemeente maakt de maatregelen planologisch mogelijk.
Meer dan drie jaar dicht
Zaanstad, Noord-Holland, Afvalzorg en BGN hebben in 2013 in een overeenkomst afgesproken dat er een openbaar park komt op de locatie van de voormalige stortplaats Nauerna. In juni 2015 werd de eerste fase geopend. In augustus 2018 gaf de Raad van State de gemeente opdracht om de veiligheid van recreanten beter te borgen in het bestemmingsplan Nauerna. Na een GGD-advies werd het recreatiepark op verzoek van de gemeente in maart 2019 door Afvalzorg gesloten.
In 2020 stelde Zaanstad het bestemmingsplan vast, maar over de wijze waarop veilig gerecreëerd kan worden in Park Nauerna was nog geen overeenstemming bereikt tussen de partijen. Noord-Holland heeft daarom in 2020 in overleg met alle partijen het RIVM bij de slepende kwestie betrokken, dat nu dan eindelijk met het onderwerp aan de slag kan gaan.
