Het is er een stralend decor voor: voor het eerst sinds het begin van de coronapandemie kunnen vandaag weer molens worden bezocht op Nationale Molendag. Dit jaar doen ruim 750 molens mee, en een aantal ook morgen. Vanwege het 50-jarige bestaan van het Gilde van Vrijwillige Molenaars is het thema ditmaal het Jaar van de Molenaar.
De Zaansche Molen zet vandaag ook de deuren open van De Ooievaar op het terrein van Duyvis in Zaandam, oliemolen Het Pink in Koog aan de Zaan en meelmolen De Koker in Wormer. In Westzaan zijn dit pelmolen Het Prinsenhof, papiermolen De Schoolmeester met een demonstratie papierscheppen en De Jonge Dirk. Bij alle molens staan de molenaars klaar om uitleg te geven over ‘hun’ molen.
Jeugd aantrekken
Twee molens in Westzaan zijn bereikbaar per boot, die vertrekt bij De Schoolmeester. Parkeren is gratis. De Ooievaar is alleen toegankelijk na aanmelding. De tijdstippen zijn vanmiddag om 13:30 en 15:00 uur. Aanmelden via [email protected] of 075 – 6288968. De vorige Nationale Molendag in 2019 trok landelijk zo’n 130.000 mensen, een record. De organisatie verwacht bij de 49ste editie ook weer een grote opkomst. Met het evenement willen de Vereniging De Hollandsche Molen en het Gilde van Vrijwillige Molenaars ook jonge mensen aantrekken.
Nog zo’n 1200 over
Nederland telt zo’n 1575 molenaars, waarvan 40 er beroepsmatig mee bezig zijn. De gemiddelde leeftijd is 63 jaar. Er zijn in ons land nog ongeveer 1200 wind- en watermolens, in allerlei soorten en maten én functies: van kleine ‘spinnenkoppen’ tot grote stellingmolens, houten standerd- en wipmolens, achtkante grondzeilers en ronde stenen molens. Molens legden ooit de basis voor de hedendaagse industrie, en met name in de Zaanstreek.
Ze zaagden hout (voor de huizen en de schepen), maalden polders droog, stampten oliehoudende zaden (voor de lampenolie) of vermaalden kleurstoffen voor verf. Inmiddels zijn er duizenden molens verdwenen, deels door de opkomst van de stoommachine en diesel- en elektrische motoren, deels ook door branden.
