De voorzieningenrechter in Haarlem is tot de conclusie gekomen dat ‘nader onderzoek niet kan bijdragen’ aan de zaak die Kultuurklutser Jan de Bruin heeft aangespannen tegen de gemeente.
De rechter zal daarom binnen vijf weken na de zitting van 16 november niet alleen uitspraak doen over het verzoek om een voorlopige voorziening, maar ook op het beroep. Daarmee wordt dan meteen antwoord gegeven op de vraag of de gemeenteraad het verzoek om een referendum over de bouw van het Cultuurcluster naast zich neer mocht leggen.
Geen ingewikkelde zaak
Wanneer een voorlopige voorziening wordt opgelegd, betekent dat niet dat het beroep dat is aangetekend zonder meer gegrond is. De rechter kan, met name wanneer het geen ingewikkelde zaak betreft, tegelijk met de voorlopige voorziening ook het beroep afdoen.
Reden voor een voorlopige voorziening kan zijn dat de rechter twijfelt aan de rechtmatigheid van een besluit, of dat het besluit naar zijn voorlopige oordeel onrechtmatig is. Ook zal de voorzieningenrechter de betrokken belangen afwegen. De bestuursrechter toetst (de voorbereiding van) het besluit daarnaast aan de beginselen van behoorlijk bestuur.
