Minister van Justitie en Veiligheid Ferdinand Grapperhaus bracht gistermiddag samen met burgemeester Jan Hamming een bezoek aan openbare basisschool De Delta en de Jongerenhub in Assendelft. Onderwerp van gesprek was onder meer het programma Back on Track om jongeren op het rechte pad te houden.
Vroegtijdige interventies zijn nodig wanneer inwoners al op jonge leeftijd in aanraking komen met criminaliteit, zodat ze niet ook die kant op gaan. Bij De Delta werd gesproken over de school als centrale plek in de wijk. De minister liet zich bijpraten over dat wat er binnen de schoolmuren gedaan wordt en gedaan kan worden om kinderen te helpen hun talenten te ontwikkelen. Daarna wandelde het gezelschap naar de vrij recent geopende Jongerenhub, waar Grapperhaus in gesprek ging met zowel jongeren als jongerenwerkers.
Ministeriële goedkeuring
‘Wat ik goed vind aan de Zaanse aanpak is het beginnen op jonge leeftijd,’ gaf de minister aan. ‘Juist dan kunnen we kinderen de handvatten bieden om de juiste keuzes te maken. Preventie begint niet op zestienjarige leeftijd, maar veel eerder, namelijk in de laatste jaren van de basisschool.’ Hamming ziet dat de meeste kinderen en jongeren dagelijks keihard aan een mooie toekomst werken, maar voor anderen is dat soms moeilijk.
In de jongerenHUB in Assendelft @gemzaanstad is het niet alleen leuk een potje pingpongen met burgemeester @janhamming. Jongeren kunnen daar ook terecht als ze zich ergens zorgen over maken of vragen hebben. Dan staan geweldige jongerenwerkers voor hen klaar. pic.twitter.com/YhvGz7X3Xb
— Ferd Grapperhaus (@ferdgrapperhaus) September 15, 2021
‘Ze groeien op onder lastige omstandigheden of in een omgeving waar de criminaliteit een aantrekkelijk alternatief lijkt te bieden. Wij vinden het heel belangrijk om juist deze jongeren kansen te bieden om hun dromen waar te maken. Met Back on Track komen we in actie en daar ben ik heel blij mee. Het Rijk heeft er een deel van de middelen voor beschikbaar gesteld. Het is daarom goed dat we aan de minister kunnen laten zien op welke manier we dat geld besteden.’
