Al 121 van de 133 door de politie benaderde Turkse Nederlanders hebben inmiddels DNA afgestaan in het cold case onderzoek naar de moord op de Zaandamse Milica van Doorn in 1992. Ook zijn er 61 tips bij de politie binnengekomen.
De 133 mannen zijn persoonlijk bezocht voor een uitleg over het DNA-verwantschapsonderzoek. Uiteindelijk zal slechts een zeer klein aantal mensen weigeren om er aan mee te werken, aldus de politie. Uit DNA-sporen op het lichaam van de negentienjarige vrouw bleek dat haar moordenaar van Turkse herkomst is. Vermoed wordt dat de dader destijds in de wijk Kogerveld woonde of er af en toe kwam.
Het afgenomen DNA wordt vergeleken met dat van de vermoedelijke dader. Als er een directe match is, kan er al binnen enkele weken duidelijkheid zijn. Als er nader onderzoek gedaan moet worden bij familieleden van een man met een genetische match kan het onderzoek nog maanden gaan duren.
Nieuwe methode
Het Zaanse onderzoek gebeurt nog op de traditionele wijze, met een wangslijmvlieskrabbertje. Volgend jaar gaat de politie over op een nieuwe methode waarmee celmateriaal in de mond met een sponsje wordt weggenomen. Dat gaat sneller en is goedkoper. In januari gaan politiemensen in Oost-Nederland hiermee van start.
De werkwijze wordt volgend jaar ook ingezet in het grootschalige DNA-verwantschapsonderzoek naar de dood van Nicky Verstappen in 1998.
De vier borsteltjes worden vervangen door één sponsje. Dat wordt daarna op een opslagkaartje gedrukt waarop een aantal relevante onderdelen al zijn genummerd. Hiermee wordt het DNA in het celmateriaal al geïsoleerd en geconserveerd op het opslagkaartje. Het is daardoor gemakkelijker te verwerken.
Jaarlijks worden – los van bevolkingsonderzoeken – zo’n 35.000 DNA-afnames verricht: een kostenpost van enkele tonnen. aldus Salome. De nieuwe methode is ongeveer de helft goedkoper.
