Burgerraadpleging over de beleving van linten, dijken en paden

Prachtig Krommeniedijk. Houden? Of toch - een beetje - bouwen?
Prachtig Krommeniedijk. Houden? Of toch - een beetje - bouwen?
Foto: Google Street View

De gemeente wil van de inwoners weten wat die nu eigenlijk vinden van de Zaanse trots in de vorm van linten, dijken en paden. Hoe gaan we die beschermen en er tegelijkertijd voor zorgen dat ze noodzakelijke ontwikkelingen niet in de weg staan.

Uitgangspunt van de gemeente is om op de kwaliteiten van de linten, dijken en paden te sturen bij de vormgeving van toekomstige bouwopgaven. Dus wil ze weten hoe de bewoners van paden aankijken tegen hun woonomgeving. Hechten zij hetzelfde belang aan de kwaliteiten die de overheid daar ziet?

Openheid en doorzichten

De landelijke linten kernmerken zich onder andere door karakteristieke bebouwing direct aan het lint en op veel plekken door openheid en doorzichten naar het achterland. Bouwplannen variëren van functieverandering van bestaande panden tot nieuwbouw aan of achter dat lint. ‘De provincie is momenteel vrij strikt in wat er wel en niet mag in het landelijk gebied,’ weet het college. ‘De Omgevingswet spreekt echter van meer bestuurlijke afwegingsruimte en de provincie spreekt zelf ook uit dat veel locatiekennis bij de gemeente zit. We willen van bewoners weten welke mogelijkheden zij zien om te bouwen en te verdichten aan de landelijke linten, maar wel in relatie tot de benoemde kwaliteiten.’

Dat de Zaanse planologische historie voor het nageslacht bewaard moet worden, ziet het gemeentebestuur als een plicht. De Nota Prioritering stelt met betrekking tot de linten, dijken en paden dat de gemeente ‘een verantwoordelijkheid heeft voor instandhouding van de kernkwaliteiten van Zaanstad door een sterke regie en sturing op het behoud’. Daar heeft Zaanstad ook de nodige vakkennis voor in huis. Maar er is behoefte aan inbreng van de inwoners en dus komt er een participatietraject.

Wordt bescherming een hinderlijke beperking?

Dat werkt twee kanten op: de gemeente draagt uit wat wat haar betreft de kernkwaliteiten zijn en vraagt de burgers hoe zij daarover denken. Delen die de gemeentelijke visie? Hebben ze aanvullingen? Waar wordt bescherming als (te) beperkend ervaren? Dat moet op een rijtje worden gezet. En daarna? ‘Daar waar ruimte zit, nemen we de inbreng mee. Zo niet, dan leggen we uit waarom we dat niet doen,’ schrijft het college aan de raad.

Digitale burgerraadpleging

De gemeentelijke visie wordt binnenkort uiteengezet via ‘de Zaanse middelenmix’, waartoe het Zaanstad Journaal, Facebook, Twitter en de gebiedswebsite worden gerekend. Dat geeft meetbare resultaten: er kan in kaart worden gebracht hoeveel mensen digitaal bereikt worden, hoe actief zij digitaal reageren en wat daarbij de sfeer is. Daarnaast komen er (dorps)bijeenkomsten voor inwoners die niet digitaal actief zijn of die graag ter aanvulling met echte mensen willen praten.

Ook inbreng ‘van buiten’

Bij voorkeur krijgt het college uit elk dorp en over elk thema minimaal een suggestie om mee aan de slag te gaan. Maar ook partijen woonachtig buiten de streek worden waardevol geacht om te raadplegen, zoals toeristenorganisaties en recreanten. Ook die worden daarom uitgenodigd om met suggesties te komen.

Er ligt al een concept van een cultuurhistorische verkenning van het gebied. Inwoners zullen worden uitgenodigd om hun kennis van de historie van de streek te delen om met aanvullingen en verrijking te komen.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen