De brief van wethouder Marieke van Doorninck van Amsterdam aan haar Zaanse collega Annette Baerveldt over de plannen voor windmolens bij de Noorder IJplas roept bij de PVV en POV meer vragen op dan er beantwoord worden. En dan is er ook nog de uitspraak van de Raad van State over ontoereikende wetgeving op dit gebied.
De brief uit Amsterdam lijkt bedoeld om Zaanstad, Oostzaan en Landsmeer gerust te stellen, schrijven de beide fracties in een verzoek om het onderwerp na de zomer te agenderen als rondvraag, maar dat is niet gelukt. Zo blijft onduidelijk in welke fase van de besluitvorming de turbines net ten zuiden van Zaandam zich bevinden. De bouw van enkele mega molens zo dichtbij door Zaanstad geplande woningen in de Achtersluispolder houdt de gemoederen hier al langere tijd bezig en alle sussende woorden uit de hoofdstad kunnen het wantrouwen niet wegnemen.
Wettelijke normen
Want als Van Doorninck schrijft dat zij kan ‘garanderen’ dat de eventuele windturbines op voldoende afstand van nieuwe woningen komen te staan ‘conform de wettelijke normen voor geluidshinder en slagschaduw,’ aan welke normen refereert zij dan. De Raad van State bepaalde dat er geen vergunningen meer kunnen worden verleend voor de nieuwste generaties turbines op grond van wetgeving die voor veel lagere windmolens was ontwikkeld. Daar moet Den Haag mee aan de slag, maar gemeenten mogen ook hun eigen normen stellen in een bestemmingsplan, mits deze normen goed worden gemotiveerd voor dat concrete gebied.
Het bestemmingsplan Noorder IJplas zegt over de geplande turbines dat de milieueffectrapportage nog niet is afgerond en dat er om die reden nog geen planologische ruimte voor het bouwen van nieuwe windturbines in is opgenomen. ‘Te zijner tijd zal voor een eventuele bouw van windmolens een apart bestemmingsplan worden opgesteld.’
Niet de eerste molens
Fractievoorzitters Harrie van der Laan (POV) en Peter van Haasen (PVV) ergeren zich aan de ‘bagatelliserende’ toon van de Amsterdamse wethouder, die er ook aan refereerde dat in de Achtersluispolder al een turbine staat en dat bovndien vanuit Zaandam nu al wordt uitgekeken op zes nieuwe windturbines langs de Nieuwe Hemweg. ‘Ofwel: wat lopen jullie te zeuren, jullie uitzicht is toch al verpest,’ is hun interpretatie van die passage. Die bovendien de vraag opriep wanneer en aan wie een vergunning is afgegeven voor de molen op het Zaanse bedrijventerrein.
Cornelis Douwes-terrein
Dat Amsterdam de intentie heeft om windenergie te gaan opwekken op het Cornelis Douwes-terrein waar die gemeente 9600 woningen heeft ingetekend is ook geen hoopgevend signaal. ‘Als Amsterdam al geen rekening houdt met zijn eigen woningbouwopgave, hoezo denkt wethouder Baerveldt dan dat rekening wordt gehouden met de 9200 woningen die Zaanstad in de Achtersluispolder in de planning heeft?’
Participatie
Een heikel punt is ook de participatie. Doet Zaanstad mee aan de klankbordgroep die werkt aan een plan van aanpak voor de reflectiefase? In het goedgekeurde participatieplan van de energiecoöperaties Amsterdam Wind en NDSM Energie lezen Van Haasen en Van der Laan dat participatie wordt gezien als ‘hoe maken we er onze molens van?’ en ‘je hebt invloed door mee te doen’. Dat roept bij hen de vraag op of belanghebbenden en omwonenden überhaupt wordt gevraagd of ze wel windturbines op die locatie willen.
