Hiswa – Recron is zwaar teleurgesteld dat de raad alle moties om de watertoeristenbelasting in Zaanstad per 2022 weer af te schaffen heeft verworpen. ‘Wij vinden het bijzonder teleurstellend dat er in de raad te weinig gehoor is gevonden om deze voor de gemeente geld kostende activiteit af te schaffen’, schrijft regiomanager Gerdina Krijger.
Samen met watersportondernemers en -verenigingen werkte Hiswa – Recron vorig jaar mee aan een onderzoek naar de haalbaarheid van een watertoeristenbelasting. Dat zo’n heffing de gemeente in financiële zin iets zou opleveren, was voor de ondernemersorganisatie een vanzelfsprekend uitgangspunt. Pas ná de invoering van de belasting maakte de gemeente het resultaat van het onderzoek bekend: de opbrengsten zijn iets meer dan 40.000 euro per jaar.
Meer kosten dan baten
‘Dat is een schijntje vergeleken met de kosten die gemaakt moeten worden’, akdusn Krijger. ‘Een dergelijk kosten-batenverhaal zou bij een onderneming meteen als kansloos in de prullenbak belanden. Ook het bureau dat het onderzoek deed kwam tot de conclusie dat de invoering van watertoeristenbelasting meer zou kosten dan opleveren. Om die 42.000 euro te kunnen innen moet Zaanstad niet alleen de betalingen ontvangen, maar de administraties van ondernemers en verenigingen controleren, geregeld kostbare onderzoeken doen naar de grondslag van het forfait en daarnaast de salarissen van de met deze activiteiten belaste ambtenaren betalen.’
Ondernemer de pineut
Daarnaast moeten jachthavens rekeningen voor watertoeristenbelasting aan hun vaste ligplaatshouders uitschrijven, toelichten waarom zij belasting innen voor de gemeente, toezien op de betaling van de facturen en watertoeristenbelasting innen bij passanten, afdrachten doen aan de gemeente en meewerken aan controles. De kosten hiervoor zijn niet eens meegenomen, klaagt Krijger op de website van de organisatie. ‘De ondernemer treedt op als belastinginner van de gemeente en dat doet hij helemaal gratis.’ Hiswa – Recron beraadt zich op vervolgacties.
