Vispassage in Nauerna moet zorgen dat er in de polder weer gepaaid kan worden

De tiendoornige stekelbaars; ook wel moddermannetje genoemd.
De tiendoornige stekelbaars; ook wel moddermannetje genoemd.
Foto: Wikimedia

Er komt een vispassage tussen het Noordzeekanaal en het polderwater in Assendelft. Daarvoor wordt een duiker met toebehoren aangelegd langs het gemaal Nauerna.

Waterbeheerders zoals in dit geval het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier moeten zich inspannen om de waterkwaliteit te verbeteren en daar is de visstand een onderdeel van. Diverse soorten zijn voor hun voortplantingscyclus afhankelijk van de migratie tussen zout en zoet water, maar als gevolg van inpoldering zijn veel essentiële routes vervallen. Door middel van vispassages worden die migratiemogelijkheden hersteld.

Rijkswaterstaat betaalt mee

De vispassage in Nauerna verbindt water in beheer bij Rijkswaterstaat (het Noordzeekanaal) en HHNK (de polder Assendelft). Beide betalen dan ook mee aan de vissluis.

Het gemaal bij Nauerna maalt vanuit de polder oppervlaktewater naar zijkanaal D. Op dit moment kan vis wel redelijk vanuit de polder via de vijzels naar het Noordzeekanaal migreren, maar lukt het vis die vanuit zee via het kanaal de polder in wil trekken niet om daar te komen en om er op te groeien.

Om aan die onwenselijke situatie een eind te maken wordt een lokstroompompje in een put aan de polderkant geïnstalleerd, die zorgt voor een lichte stroming die de vis aantrekt. Van daaruit wordt de duiker gevuld met polderwater om vis in het voorjaar de doorgang in te lokken. Bij een gesloten duiker stroomt het polderwater langs de duiker de perskoker van het gemaal in om ze te blijven aantrekken. De hoge en lage schuif van de passage worden beurtelings geopend en gesloten om de vis te schutten.

Belangrijk voor de instandhouding van soorten

Door de ingreep kunnen onder meer beschermde vissoorten als stekelbaars en aal in voor- en najaar vrij migreren tussen zoet en zout water. Dat draagt bij aan de instandhouding.

Het schutten van vis gebeurt enkele keren per nacht, in het voorjaar (maart-mei) en het najaar (oktober-december). Daarbuiten is de passage niet in gebruik. In het voorjaar wordt polderwater opgepompt om als waterlokstroom te dienen om vis uit het Noordzeekanaal de passage in te lokken. Het pompje hiervoor heeft een capaciteit van enkele liters per minuut (zoals een kraan in huis).

In het najaar wordt vis uit de polder de passageduiker in gelokt door (brak) water uit het Noordzeekanaal in de duiker te laten lekken. Hiervoor wordt de schuif aan de ‘hoge’ zijde rondom het schutten op een kiertje geopend. Ook dit werkt met een waterstroompje van enkele liters per minuut.

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen