Het Openbaar Ministerie gaat zeven verdachten tussen vijftien en 37 jaar oud die op 25 januari zijn aangehouden in Zaanstad, Haarlem, Alkmaar en Hoorn zo snel mogelijk voor de rechter brengen. Ze worden verdacht van openlijk geweld, het bezit van verboden vuurwerk, bedreiging en opruiing. Dat laatste betreft oproepen tot het overtreden van de avondklok of het oproepen tot geweld, al dan niet via sociale media.
De verdachten worden vandaag en morgen voorgeleid aan de rechter-commissaris. ‘Het OM vindt het van groot belang dat dit criminele gedrag snel wordt afgestraft en dat de verantwoordelijken de rekening betalen. De insteek van het OM is dat verdachten zich, in de zaken waar het kan, via snelrechtzittingen op 5 en 9 februari moeten verantwoorden bij de strafrechter,’ laat justitie in Noord-Holland vandaag weten. ‘Vernieling van spullen, nota bene van buurtgenoten of van winkeliers en horecaondernemers uit de wijk, die ieders steun hard nodig hebben’ staat in haar visie haaks op de vooral nu broodnodige solidariteit.
Schadevergoeding
‘Ook het (oproepen tot) geweld tegen politieambtenaren, hulpverleners of tegen aanwezige journalisten vraagt om een stevige aanpak. Deze asociale relschoppers verdienen niet alleen collectieve afkeuring en verontwaardiging, maar ook een passende straf en het vergoeden van de gemaakte schade.’ Het kabinet maakte gisteren bekend dat ook onverzekerde winkeliers met schade door de rellen van de afgelopen dagen een beroep kunnen doen op het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Wie wel een verzekering heeft, moet in eerste instantie aankloppen bij de eigen verzekeraar.
Overige gevallen
De zaken tegen de overige aangehouden relschoppers zijn op een andere manier afgedaan: een aantal meerderjarigen is beboet dan wel uitgenodigd voor een OM-zitting vanwege overtredingen van onder andere de avondklok, twee minderjarigen moeten zich in april verantwoorden op een besloten OM-zitting wegens wederspannigheid en overtreding van de Wet Wapens en Munitie (het in bezit hebben van een zakmes of een baksteen) en de zaken van twee andere minderjarigen zijn overgedragen aan de OM-onderdelen Den Haag en Amsterdam vanwege de woonplaats van verdachten. In enkele zaken vindt nog nader onderzoek plaats.
