Zaanstad gaat ontwikkelaars van nieuwe bouwplannen in de Kogerveldwijk in de toekomst vragen flink mee te betalen aan de infrastructuur en voorzieningen die de herstructurering van de wijk ten goede komen. Corporaties die sociale huurwoningen – 30 procent van het totaal – bouwen worden daarvan vrijgesteld. De gemeente zelf niet, in het geval het om eigen grond gaat.
De gemeente verwacht dat voor de wijk de komende tien jaar in totaal 21,9 miljoen euro nodig is voor investeringen in zowel gebiedsoverstijgende (de hele of een groot deel van de stad heeft er wat aan) als wijkgebonden (alleen de wijk profiteert) infrastructuur en voorzieningen. Daarvan wordt 8,3 miljoen euro verhaald over de hele gemeente via de Nota gebiedsoverstijgende Kosten Zaanstad en de resterende 13,6 miljoen via de Nota wijkgebonden kosten Kogerveldwijk die in het nieuwe jaar door de raad besproken wordt. De herstructurering van de Kogerveldwijk overstijgt het belang van individuele bouwplannen in de wijk, maar is verder niet van betekenis voor de rest van de stad.
Ook initiatiefnemers profiteren mee
Om deze investeringen te financieren worden door de gemeente inkomsten gebruikt uit Den Haag of uit de gemeentebelastingen. Ook zijn er vaak subsidies beschikbaar of betaalt het Rijk of de provincie mee aan specifieke investeringen. Maar ook initiatiefnemers van bouwplannen profiteren van een aantrekkelijke stad, en van hen wordt dus ook een bijdrage verwacht. Om te komen tot een transparante verdeling van de bijdragen is de nota Wijkgebonden Kosten Kogerveldwijk geschreven. Het gaat dan om bijvoorbeeld de herinrichting van het stationsgebied, de Heijermanstraat, de Doctor H.G. Scholtenstraat en de Paltrokstraat en een fietsbrug over de Gouw.
Driekwart kosten voor gemeente
Deze investeringen zijn vooral bedoeld voor de nieuwbouw in de Kogerveldwijk en daarmee zouden deze kosten in principe ook alleen op de nieuwbouwplannen verhaald kunnen worden. Maar omdat de bestaande wijk ook de vruchten plukt neemt de gemeente eveneens een deel voor haar rekening, inclusief de woningen die nog gaan komen in de projecten waarvoor al contracten getekend zijn en het deel dat voor rekening zou moeten komen van de sociale huur. Het gemeentelijke deel komt daarmee op 75 procent, ofwel 10,2 miljoen euro.
Ruim drie miljoen van ontwikkelaars
Dan blijft er 3,4 miljoen over die de vrije marktpartijen moeten ophoesten voor 1382 woningen en andere ruimtes voor winkels, bedrijven en horeca met een totale oppervlakte van 145.000 vierkante meter. De bijdrage wordt dan 23,23 euro per vierkante meter bruto vloeroppervlakte ofwel circa 2300 euro per woning of andere ruimte. De bijdrage geldt voor nieuwe bouwplannen van vijf of meer woningen. Momenteel vraagt de gemeente slechts incidenteel een bijdrage voor wijkgebonden kosten. De hier genoemde bedragen zullen nog wel worden geïndexeerd.
Corporaties niet helemaal tevreden
Dat de corporaties worden vrijgesteld van deze afdrachten – tenzij de sociale huurhuizen later in de vrije sector verkocht worden, want dan staat Zaanstad alsnog op de stoep – is daar goed gevallen, al hadden Parteon, ZVH, Rochdale, WormerWonen, Eigen Haard en Woonzorg Nederland liever nog een veel ruimhartiger vrijstellingbeleid gezien. Zij hebben ervoor gepleit om ook middeldure en BKZ-woningen geheel of gedeeltelijk te ontzien evenals investeringen in erfgoed. Ook vrezen ze dat de extra kosten voor particuliere partijen ten koste zullen gaan van de geleverde kwaliteit.
