Verdachte Roan W. (20) uit Zaandam en zijn kompaan Darrel L. (eveneens 20) uit Amsterdam ontkennen beiden iets van doen te heben gehad met de steekpartij die op 10 augustus bij de Pier in Scheveningen het leven kostte aan de negentienjarige Cennethson Janga, bijgenaamd Chuchu uit Rotterdam. Maar het bewijs lijkt overtuigend.
Op het handvat van een mes dat zou zijn gebruikt is het DNA gevonden van de Amsterdammer, samen met bloed van het slachtoffer. In een vuilnisbak zijn in totaal drie messen gevonden, zei de officier van justitie vandaag tijdens de eerste inleidende zitting in de rechtbank in Den Haag. Het gaat om twee grote messen en een ingeklapt klapmes. Ook op dat klapmes zat bloed van het slachtoffer en het logo op het mes komt overeen met het merk op het hoesje dat W. in zijn tas had.
Derde verdachte voortvluchtig
Verder is op camerabeelden te zien dat de twee verdachten spullen weggooien in de vuilnisbak. Naast de messen vond de politie in de vuilniszak ook een rode bandana van W. en zijn zonnebril. Het OM verdenkt de twee van doodslag in vereniging. Ze zouden Janga in de borst en de buik hebben gestoken als gevolg van een ruzie tussen groepen jongeren. Het incident zou te maken hebben met een conflict tussen rivaliserende drillrapgroepen. Een derde verdachte is nog voortvluchtig.
Verheerlijking geweld
Drillrap is een uit Amerika overgewaaide hiphopstroming waarin geweld wordt verheerlijkt. W. ontkende betrokken te zijn bij zo’n groep, maar uit een reconstructie die De Volkskrant vandaag plaatste komt een heel ander beeld. W. zat in 2017 ook twee weken vast in verband met de moord op de zestienjarige Nick Bood in Zaandam en was in januari dit jaar aanwezig op een feest in Oostzaan dat uitdraaide op een steekpartij. Op camerabeelden van het steekincident in Scheveningen is bovendien te zien dat het slachtoffer tussen beide verdachten doorloopt en dat die alletwee een armbeweging maken die op steken wijzen. Hun advocaten betwisten dat.
Geen onderzoek PBC
De officier van justitie wilde W. ter observatie laten opnemen in het Pieter Baan Centrum om inzicht in zijn psyche te krijgen en om te voorkomen dat hij in de toekomst opnieuw de fout ingaat en zijn strafblad nog langer wordt. De rechtbank wees dit verzoek af, omdat de wachtlijsten bij het PBC lang zijn en er al een psychologisch rapport over W. is gemaakt in een andere strafzaak. Beide verdachten blijven in voorlopige hechtenis. De volgende inleidende zitting is in februari.
