Stichting De Zaanse Regenboog pleit ervoor om in Zaanstad in navolging van de gemeente Utrecht een Gay Alert op te zetten. Dat is een speciaal telefoonnummer dat LHBTIQ+-personen kunnen bellen bij bedreigingen of pesterijen. Utrecht heeft er al tien jaar goede ervaringen mee.
Het is één van de aanbevelingen uit de Zaanse Regenboognota die de stichting heeft opgesteld om de gemeente te helpen haar beleid voor lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender, intersekse en queer inwoners (het plusteken staat eigenlijk voor iedereen die 'anders' is maar zich in geen van de genoemde groepen thuisvoelt) verder te verbeteren. Het Utrechtse telefoonnummer brengt de melder direct in contact met de gebiedsmanager van de betreffende wijk en deze beoordeelt samen met de wijkagent wat er nodig is om bedreigen of pesterijen te stoppen, aldus de nota.
Versnipperde expertise
Er is veel experise aanwezig in Nederland, maar die is nogal versnipperd. Zo is er de John Blankenstein Foundation die workshops verzorgt over de acceptatie van LHBTI’ers in de sport, bestaat bij de politie het landelijke netwerk Roze in Blauw en heeft een aantal middelbare scholen inmiddels Gender and Sexuality Alliances (GSA’s) opgezet. Binnen de GSA’s zijn scholieren actief die ervoor willen zorgen dat iedereen op school de vrijheid heeft om zichzelf te zijn en om zich te uiten. Dit doen zij onder andere door het organiseren van acties rond Coming Out Day en Paarse Vrijdag en op andere dagen die in het teken staan van LHBTIQ+ers. 'Een mooi voorbeeld daarvan is de Paarse Vrijdag Krant waar Zaanse scholieren aan meeschrijven,' aldus de nota.
[embed][/embed]
Zorgelijke trend
Landelijk gezien geven met name de statistieken over de acceptatie van LHBTIQ+ers op scholen echter weinig reden tot optimisme. De laatste cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau van april dit jaar geven aan dat discriminatie-incidenten onder LHBTIQ-jongeren toenamen van dertien procent in 2013 naar 25 procent in 2018. De gemeente zou onderzoek moeten doen naar de stand van zaken in Zaanstad, vindt De Zaanse Regenboog. Het Pink Panel Onderzoek dat in Kennemerland wordt gehouden zou hierbij een voorbeeld kunnen zijn. Na vragen van het CDA liet wethouder Natasja Groothuismink van Onderwijs onlangs echter nog weten dat de invulling van lesprogramma's over inclusiviteit en seksuele voorlichting het domein van het onderwijsveld is waar zij zich niet mee wil bemoeien.
Discriminatie wegens wegens seksuele geaardheid speelt overal, niet alleen op scholen. Het SCP constateerde eveneens een toename van discriminatie op het werk en in de (semi)-publieke ruimte. O ok onder ouderen boven de 70 en mensen uit (streng) religieuze groeperingen blijft de acceptatie achter, aldus de Regenboognota. T ransgenders zitten helemaal in de hoek waar de klappen vallen> r is nog weinig acceptatie en zij zijn in Nederland vaak het slachtoffer van geweld. 'Ze worden gestigmatiseerd, gediscrimineerd en geschoffeerd.' Ook culturele achtergronden maken een van de norm afwijkende geaardheid vaak nog zeer problematisch.
Samenhangend beleid
De Zaanse ervaringsdeskundigen willen met hun nota handvatten aanreiken om de situatie te verbeteren voor LHBTIQ+ personen met intersectoraal beleid op het gebied van bijvoorbeeld onderwijs, ouderen, zorg, veiligheid en sport, maar ook kunst en cultuur, asielzoekers en statushouders, personen met een beperking, minderheidsgroepen en jongeren. De gemeente dient binnen haar eigen organisatie haar verantwoordelijkheid te nemen en zelf hierin een voorbeeld te zijn.
'Het verschil wordt gemaakt door bewuste beleidsmakers, ambtenaren en mensen die zich hier beroepsmatig mee bezighouden. Organisaties van vrijwilligers zijn eveneens belangrijk om aandacht te vragen voor LHBTIQ+ en voor kennis- en ervaringsuitwisseling. Zij dienen ondersteund te worden,' aldus de nota.