Het leven is hier zo slecht nog niet, maar raad en college scoren maar matig

Foto: Wikipedia

Zaanstad inventariseert jaarlijks de mening van de inwoners over verschillende facetten van hun dagelijkse leven in de gemeente. De resultaten van de Zaanpeiling 2016 zijn nu bekend. En het is met name het gemeentebestuur dat zich eens achter de oren moet krabben over haar band en de communicatie  met de bevolking.

Het onderzoek is vorig jaar gedaan middels een steekproef op wijkniveau onder 15.000 inwoners van achttien tot 80 jaar. De belangrijkste resultaten zijn:

Welbevinden & gezondheid

  • 92 procent van de inwoners is (zeer) tevreden met het eigen leven, 7 procent is er minder over te spreken en 2 procent is ontevreden.
  • 86 procent vindt de eigen gezondheid ‘goed’ tot ‘uitstekend’, 15 procent noemt die ‘matig’ of ‘slecht’. Dit laatste komt relatief vaker voor bij burgers met een laag inkomen of met een uitkering.
  • Een groot deel van de inwoners vindt zichzelf ’redzaam’ en gaat uit van eigen kracht (van zichzelf of een netwerk), mocht dat nodig zijn.
  • Het aandeel mantelzorgers neemt toe: in 2016 tot 17 procent van alle inwoners. Volgens bijna drie van de tien is de belasting door mantelzorg zwaar. Dit aandeel was de laatste jaren flink gestegen (tot 39 procent in 2012), maar is nu afgenomen tot 29 procent.
  • 13 procent procent van de inwoners ervaart te weinig contact met anderen (buiten het werk, school of eigen huishouden om).
  • Voor bijna een op de drie inwoners is een buurthuis of ontmoetingsruimte belangrijk: 6 procent komt er geregeld, 15 procent een enkele keer en 10 procent zou er naar toegaan als er een buurthuis in de eigen buurt zou zijn.

Werk & inkomen

  • 35 procent van de respondenten heeft een HBO- of WO-opleiding, 49 procent is middelbaar opgeleid en 16 procent heeft een lagere opleiding genoten.
  • Ongeveer zes op de tien heeft een betaalde baan. Van de beroepsbevolking werkt 74 procent, heeft 14 procent een uitkering en is 11 procent huisvrouw/man of schoolgaand/studerend. Van de werkenden doet 40 procent dat in Zaanstad, 30 procent in Amsterdam en de overigen in een andere gemeente of in meerdere plaatsen. Bijna de helft van de inwoners die buiten Zaanstad werkzaam zijn, denkt er wel eens aan om in de eigen woonplaats een baan te zoeken.
  • 77 procent van het totaal zegt (zeer) goed te kunnen rondkomen van hun inkomen. Bij respondenten met een laag inkomen is dit 43 procent en 18 procent van hen antwoordt de touwtjes slecht aan elkaar te kunnen knopen.

Vrijwilligers, sport & cultuur

  • 34 procent van de inwoners is actief als vrijwilliger. In 2014 was dat nog 36 procent.
  • Twee op de drie sporten minimaal eens per maand. De helft doet dit in georganiseerd verband. Het aandeel sporters stijgt al jaren. Jongeren zijn relatief actiever meer dan ouderen (75 tegen 55 procent). Over de sportvoorzieningen in Zaanstad is 58 procent van de inwoners (zeer) tevreden; 48 procent is dat over de mogelijkheden in de eigen buurt.
  • 35 procent van de inwoners bezoekt De Bieb, die wordt gewaardeerd met het rapportcijfer 7,6.
  • Van de inwoners heeft 38 procent het afgelopen jaar het Zaantheater gemiddeld 2,4 keer bezocht en bezocht 34 procent een popconcert (gemiddeld drie maal buiten Zaanstad en 1,4 keer in de eigen gemeente).

Wonen

  • 54 procent van de inwoners wil de komende twee jaar ‘beslist niet’ verhuizen. Dit is weer iets toegenomen (in 2015 ging het om precies de helft).
  • De waardering van de eigen woning (7,8) en de woonomgeving (7,2) is stabiel. Over de meeste voorzieningen in de buurt is de tevredenheid hoog. Het meest tevreden is men over de bereikbaarheid van de buurt per fiets en het aanbod van winkels voor dagelijkse boodschappen.
  • Over het totale winkelaanbod en de recreatiemogelijkheden in de stad als geheel is het merendeel van de bewoners al jaren (zeer) tevreden. Stijgers zijn de culturele voorzieningen en het onderhoud van wegen en fietspaden, dalers zijn de voorzieningen voor sport en gezondheid. Parkeermogelijkheden worden al jaren het minst gewaardeerd.

Milieu & duurzaamheid

  • Een opnieuw toegenomen aandeel burgers ervaart ernstige geluidshinder van vliegtuigen in of rond de woning: 16 procent. Het percentage was tussen 2014 en 2015 gedaald van 18 naar 14, maar zit nu dus weer in de lift.
  • Geurhinder door wegverkeer is iets toegenomen.
  • Het merendeel van de inwoners neemt energiebesparende maatregelen. Het zelf opwekken van duurzame energie is daarbij nog een ondergeschoven kindje.

Openbare ruimte

  • De kwaliteit van de openbare ruimte in de eigen buurt of in Zaanstad als geheel krijgt (al jaren) een stabiele beoordeling: men geeft voor beide gebieden een ruime 6.
  • Het grootste knelpunt in de openbare ruimte is ‘parkeerproblemen’. Slecht onderhoud van de bestrating komt op de tweede plaats. Dit knelpunt voerde jaren – behalve in 2013 – de top van de ranglijst aan.
  • Drie op de tien inwoners heeft het laatste jaar een melding over de openbare ruimte aan de gemeente doorgegeven. Over de afhandeling ervan is meer dan de helft, 55 procent, tevreden. De stijging zet door: in 2011 was 48 procent tevreden, in 2015 53 procent. In totaal 39 procent van de melders was ontevreden.
  • Bijna twee derde deel van de inwoners is het eens met het grotere beroep dat de gemeente doet op bewoners en bedrijven om mee te doen aan het beheer van de openbare ruimte.

Leefbaarheid & veiligheid

  • Het gaat de goede kant op met de leefbaarheid in Zaanstad. De meeste inwoners zijn positief gestemd over een aantal aspecten dat hierop betrekking heeft, zoals ‘ik voel me thuis bij de mensen in deze buurt’ of ‘mensen in deze buurt gaan op een prettige manier met elkaar om’.
  • Op basis van de uitkomsten van deze stellingen is het rapportcijfer berekend dat de mate van sociale cohesie aangeeft. In 2016 is dat gemiddeld een 6,0. Voor stellen met kinderen en inwoners in de (bijbehorende) leeftijdsklasse van 35 tot en met 49 jaar is het cijfer duidelijk hoger. Jonge (schoolgaande/studerende inwoners), alleenstaanden en huishoudens die aangeven minder goed te kunnen rondkomen scoren lager.
  • 80 procent van de bewoners voelt zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in de buurt. Het aandeel inwoners dat zich daadwerkelijk inzet om de buurt te verbeteren, is met 23 procent beduidend kleiner.
  • 79 procent voelt zich veilig in de eigen buurt. In Zaanstad als geheel is dat duidelijk lager, namelijk 54 procent. 34 procent van de inwoners ervaart wel eens overlast van hangjongeren in de eigen buurt, 18 procent ervaart weleens overlast van zwervers, alcoholverslaafden of verwarde personen. Overlast veroorzakers aanspreken op hun gedrag valt de meeste mensen zwaar. Men doet dit eerder niet dan wel, vooral als het om hangjongeren of om foutparkeerders gaat.

Bestuur, organisatie & communicatie

  • Het overall oordeel over de gemeentelijke organisatie in 2016 is 6,5. Dit cijfer kent een opgaande lijn: in 2010 was het nog een 5,7 en in 2014 een 6,1.
  • 18 procent van de inwoners is het (zeer) mee eens met de stelling ‘ik heb vertrouwen in de burgemeester en wethouders’, 23 procent is het er (zeer) mee oneens. 41 procent antwoordt op deze stelling neutraal. Het aandeel inwoners dat geen fiducie in B&W heeft, is opmerkelijk toegenomen (was 15 procent in 2015).
  • 16 procent is het (zeer) eens met de stelling ‘ik heb vertrouwen in de gemeenteraad’, 21 procent is het daar (zeer) mee oneens. De helft antwoordt neutraal.
  • Een kwart van de inwoners is het er (zeer) eens dat de gemeente duidelijke regels en verordeningen heeft, 14 procent is het er mee niet mee eens. De grootste categorie (45 procent) is neutraal. Over de controle en handhaving van de regels is een kleiner deel positief (16 procent) en een groter deel pessimistisch (25 procent). Ook hier antwoordt het grootste deel inwoners neutraal, namelijk 41 procent.
  • Een relatief klein deel (14 procent) vindt dat er voldoende mogelijkheden zijn tot inspraak op gemeentelijke plannen, een groter aandeel vindt juist van niet (24 procent). Ook hier is een groot deel neutraal.
  • 15 procent vindt dat burgers voldoende betrokken worden bij uitvoering of totstandkoming van gemeentelijke plannen, maar het aandeel burgers dat vindt dat dit onvoldoende gebeurt, is met 31 procent hoger. Nog geen 10 procent vindt dat burgers voldoende invloed hebben op datgene wat de gemeente doet. Ook hier is het aandeel inwoners dat het (zeer) met deze stelling oneens is groot, namelijk 38 procent.
  • Bijna een kwart (22 procent) gelooft dat de gemeente geïnteresseerd is in de mening van burgers, 35 procent reageert neutraal en 26 procent is het er mee oneens.
  • De digitale dienstverlening van de gemeente (bijvoorbeeld het aanvragen van een uittreksel of het doorgeven van een verhuizing) krijgt van de bewoners gemiddeld een 7,3. In totaal 14 procent van de inwoners is nog onbekend met het feit dat de dienstverlening ook via de gemeentelijke website georganiseerd is, ongeveer de helft van de burgers (48 procent) maakt er gebruik van.
  • Een meerderheid vindt de gemeentelijke informatie in de lokale kranten goed en/of vindt dat de gemeente duidelijke informatie geeft. Voor informatie over wijk, buurt of stad laat men zich vooral informeren door de traditionele (papieren) media, zoals de gemeentepagina’s in het Zaans Stadsblad of het huis-aan-huisblad. Het gebruik van sociale media neemt toe. De gemeentelijke website is belangrijk, maar wordt vooral ‘soms’ geraadpleegd.
Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen