Achttien van de in totaal 196 bushokjes in Zaanstad krijgen een groen dak. De wethouders Gerard Slegers (Openbare Ruimte) en Wessel Breunesse (Klimaatadaptatie) legden gisteren de eerste cassette met sedumplantjes op het dak van de bushalte ter hoogte van de Gedempte Gracht aan de Westzijde.
Sedum is een sterke vetplant die weinig nodig heeft en omwonenden kijken straks vanaf de eerste verdieping van hun woning neer op minituintjes vol kleurrijke bloemetjes, die door vlinders en bijen worden bezocht. De groene daken komen langs de Westzijde, het Zuideinde, de Lagedijk, de Hoogstraat en tussen de Gedempte Gracht en de Guisweg. Omdat de bestaande daken niet geschikt zijn om sedum op aan te brengen, moeten de daken worden vervangen. Over vijf jaar wordt het reclamecontract vernieuwd, waar de bushokjes ook onder vallen. De resultaten van de proef met de groene daken worden dan meegenomen in de aanbesteding.
De aanleg van het eerste dak gebeurde samen met Raymond van Kasterop, algemeen directeur van marketingbureau Clear Channel dat verantwoordelijk is voor de reclame op de bushokjes. Met medewerking van Clear Channel liet de gemeente Utrecht vorig jaar als eerste gemeente in Nederland ruim 300 nieuwe abri’s voorzien van sedumdaken. ‘In een stad die verstedelijkt, zijn slimme maatregelen nodig om de openbare ruimte groen en leefbaar te houden,’ zei Slegers daar eerder al over. ‘Op een populaire verkeersroute langs de Zaan zuiveren de sedumdaken op de bushokjes fijnstof uit de lucht. Sedum is ook nog eens aantrekkelijk voor vlinders en bijen.’
Klimaatadaptief
Zaanstad wil bovendien een klimaatbestendige stad worden. ‘Het aanleggen van groene daken is één van de maatregelen om de gevolgen van hitte en wateroverlast te beperken,’ stelt zijn collega Breunesse. ‘Groene daken en gevels helpen in het geval van extreme buien om het water langer vast te houden, zodat het riool het overvloedige water beter kan verwerken. Tegelijkertijd bieden groene daken en gevels verkoeling in langdurige perioden van hitte. Eind dit jaar komen we ook met een uitvoeringsplan voor klimaatadaptatie.’
