Nu91: ‘Beschermingsmiddelen zijn nog niet op orde’

Foto: Pikist.com / CC0 Public Domain

In veel zorginstellingen en verpleeghuizen zijn de beschermende middelen tegen het coronavirus nog niet op orde. Dat stelt Nu91, de beroepsorganisatie voor verpleegkundigen en verzorgenden. Veel instellingen geven aan dat de middelen er niet zijn of dat de voorraad beperkt is, hoewel zorgminister Hugo de Jonge twee weken geleden een nieuwe verdeelsleutel bekendmaakte om de problemen te tackelen. In Zaanstad maken de PVV en POV zich grote zorgen.

De overige partijen in de raad zien de schaarste aan persoonlijke beschermingsmiddelen vooral als een landelijke zaak waarin Zaanstad zich te schikken heeft naar het Rijksbeleid, Burgemeester Jan Hamming en zorgwethouder Natasja Groothuismink doen er wel alles aan om in Den Haag kenbaar te maken dat de nood hoog is en bezorgdheid van personeel over de eigen gezondheid, die van hun naasten én die van de mensen die ze onder hun hoede hebben groot. ‘We zitten er bovenop,’ aldus de twee bestuurders afgelopen week tijdens de digitale raadsvergadering. POV en PVV namen daar voorlopig genoegen mee, maar houden wel de vinger aan de pols.

Niet op orde

Uit een rondvraag van Nu’91 blijkt dat men zich met name in de thuiszorg onveilig voelt, omdat beschermende middelen daar niet preventief mogen worden ingezet. Voorzitter Stella Salden, noemt het ‘schokkend’ dat op veel plekken de middelen nog niet op orde zijn. ‘Hierdoor zijn onze mensen in de frontlinie nog steeds onvoldoende beschermd. Deze beroepsgroep moet te allen tijde zijn werk veilig kunnen doen. Die beschermende middelen hadden weken geleden al op orde moeten zijn, zeker nu er zich in de verpleeghuizen een stille ramp voltrekt.’ Ook waarschuwt Salden voor de mentale gevolgen bij verpleegkundigen en verzorgenden, omdat zij het gevoel hebben dat ze patiënten niet goed genoeg kunnen helpen. De Jonge kondigde eerder aan dat beschermingsmiddelen zoals mondkapjes niet meer als eerste naar de acute zorg gaan, maar ook naar andere sectoren in de zorg.

Open brief PvdA

PvdA-voorman Lodewijk Asscher schreef gisteren in een open brief aan de minister ‘honderden noodkreten’ te hebben ontvangen van zorgverleners die niet getest worden, ook niet bijn ernstige gezondheidsklachten. ‘Natuurlijk, er zijn zorgverleners die bij milde verkoudheidsklachten getest werden. Eindelijk. Maar ik kreeg ook veel verhalen van mensen die nog steeds op een test wachten. En zelfs verhalen van verpleegkundigen die al een collega op de Intensive Care hadden, maar ondanks hoge koorts nog steeds niet getest werden.’  Een aantal klachten kwam volgens Asscher vaker terug: iedere zorginstelling heeft zijn eigen testbeleid, het inzetten van testen duurt te lang, mensen voelen zich van het kastje naar de muur gestuurd en wie verantwoordelijk is voor het testen blijft vaak onduidelijk, de testen zijn te duur en testlocaties zijn soms lastig te bereiken zonder eigen auto.

Voor de bühne

In de raadsvergadering van Zaanstad pleitten de fractievoorzitters Harrie van der Laan (Partij voor Ouderen en Veiligheid) en Peter van Haasen (PVV) voor druk door het college op alles en iedereen om genoeg persoonlijke beschermingsmiddelen en testen naar Zaanstad te krijgen. ‘Ook bij een vermoeden van corona moet er getest worden om werkenden en ouderen te beschermen,’ zei Van Haasen, die een moeilijke avond had omdat hij zeer recent een tante aan corona heeft verloren. Vooral de opmerking van VVD-raadslid Annemarie van Nieuwamerongen dat de door de twee fracties ingediende motie er eentje ‘voor de bühne’ zou zijn trof hem zichtbaar.

Geen taak gemeente

Krista van Dalen van Rosa zag er vooral een oproep aan de zorginstellingen in om goed voor hun personeel te zorgen, terwijl Marc Wit (CDA) betoogde dat bemoeizucht van een gemeente raadraad in dit geval eerder averechts kan werken. Marianne de Boer (Liberaal Zaanstad) hoorde eerder na het stellen van technische vragen dat de zorgaanbieders in Zaanstad handelen conform de richtlijnen van de RIVM, maar dat de gemeente daar geen verantwoordelijkheid voor draagt. Verpleeghuizen en de thuiszorg (wijkverpleging en persoonlijke verzorging) vallen onder de verantwoordelijkheid van het Zorgkantoor respectievelijk de Zorgverzekeraars. De Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) leidt en coördineert de geneeskundige hulpverlening bij rampen en crises, en zo ook nu.

Knelpunten in beeld

In de antwoorden op de vragen van De Boer staat ook dat wanneer er een tekort is aan persoonlijke beschermingsmiddelen en een organisatie te maken heeft met besmettingen of verdenkingen van corona er tot op heden ‘adequaat kan worden voorzien’ in middelen. Sinds vorige maandag verlopen deze aanvragen via een landelijk bestelportaal. De GHOR inventariseert dagelijks bij de zorginstellingen de voorraden en heeft zodoende de knelpunten in beeld. In verband met de schaarste moeten zorgaanbieders wel zuinig blijven omspringen met de beschermingsmiddelen, conform de richtlijnen van het RIVM.

Huishoudelijke hulp

Medewerkers in de hulp bij het huishouden (Wmo-zorg die onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid valt en dus iets anders dan thuiszorg, waarbij het gaat om persoonlijke verzorging onder de Zorgverzekeringswet) krijgen geen persoonlijke beschermingsmaatregelen. Zij moeten alleen afstand houden en de overige hygiënemaatregelen in acht nemen, zoals veelvuldig handen wassen. Mochten er bij een inwoner of in een gezin klachten zijn die kunnen wijzen op corona dan stopt tijdelijk de hulp bij het huishouden en wordt gekeken wat de impact daarvan is en of andere oplossingen nodig zijn.

  

 

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen