De zeehavens Amsterdam, Zaanstad, IJmuiden en Beverwijk hebben in de eerste twee kwartalen de overslag zien stijgen met 7,3 procent tot 51,9 miljoen ton. Alleen Zaanstad noteerde een min in het Noordzeekanaalgebied: 22 procent eraf in vergelijking met de eerste zes maanden van vorig jaar, tot een totale goederenoverslag van 95.000 ton.
De Amsterdamse haven is de grootste en noteerde een stijging van 6,9 procent (42,2 miljoen ton nu tegenover 39,5 miljoen ton in de eerste zes maanden van 2016). IJmuiden kwam tot 9,1 miljoen ton (plus 7 procent) en Beverwijk tot 600.000 (plus 80 procent). De stijging in Amsterdam kwam op conto de overslag van olieproducten, steenkool en bouwmaterialen. Die van agribulk stabiliseerde. De overslag van containers steeg met 6,9 procent ten opzichte van vorig jaar tot 350.000 ton.
Het aantal zeecruiseschepen dat de hoofdstad in het eerste half jaar bezocht was 53 (tegen 52 vorig jaar) en het aantal riviercruiseschepen steeg van 990 naar 1009.
De import in de Amsterdamse haven steeg de eerste zes maanden met 8,7 procent tot 26,2 miljoen ton; de export met 4,1 procent naar 16 miljoen ton. Het Noordzeekanaalgebied als geheel kende een stijging van de import naar 34,2 miljoen ton (plus 8,8 procent) en van de export (4,7 procent). Het aantal zeeschepen dat het Noordzeekanaalgebied bezocht, nam licht af, met een half procent.
Rotterdam
Amsterdam en de zusterhavens noteerden samen een hogere groei dan ‘s lands grootste haven: Rotterdam kende in het eerste halfjaar een groei van 4 procent, met bijna 238 miljoen ton overgeslagen goederen tegen iets meer dan 229 miljoen ton in dezelfde periode vorig jaar. Dat was echter weer beter dan het resultaat van concurrent Antwerpen: in de Belgische havenstad ging de overslag met slechts een kleine 3 procent omhoog, tot ruim 111 miljoen ton.
Dat Rotterdam het beter doet dan Antwerpen heeft volgens Havendirecteur Allard Castelein vooral te maken met nieuwe vaarschema’s van de grote rederijen die tussen Azië en Europa opereren. ‘Die pakken voor ons gunstig uit. Hun almaar omvangrijkere, steeds dieper liggende megaschepen kunnen op de Maasvlakte nu eenmaal gemakkelijker manoeuvreren dan in de lastiger bereikbare havens van Antwerpen en Hamburg.” Voor heel 2017 verwacht het Havenbedrijf Rotterdam een groei van maximaal 2 procent.
Belasting België en Frankrijk
De Europese Commissie besloot eerder deze maand dat België en Frankrijk moeten stoppen met de vrijstelling van vennootschapsbelasting voor hun havens, omdat dit als een ongeoorloofde vorm van staatssteun wordt gezien. In januari vorig jaar beval de Eurocommissaris voor Mededinging, Margrethe Vestager Nederland al om het mes te zetten in belastingvoordelen waar zes zeehavens van profiteerden. België en Frankrijk krijgen tot eind 2017 de tijd om hun belastingregelingen aan te passen.
In België gaat het om de havens van Antwerpen, Brugge, Brussel, Charleroi, Gent, Luik, Namen en Oostende en die langs de kanalen in Henegouwen en Vlaanderen. De meeste Franse havens zijn volledig vrijgesteld van winstbelasting. Daar betreft het de elf grands ports maritimes: Bordeaux, Duinkerken, La Rochelle, Le Havre, Marseille, Nantes-Saint-Nazaire en Rouen, maar ook Guadeloupe, Frans-Guyana, Martinique en Réunion, de autonome haven van Paris en havens die worden geëxploiteerd door Kamers van Industrie en Handel.
De lidstaten mogen voortaan tot 150 miljoen euro steken in zeehavens en tot 50 miljoen euro in binnenhavens, zonder daarvoor eerst in Brussel toestemming te moeten vragen. ‘Dat bespaart de lidstaten tijd en moeite,’ aldus Vestager.
