De afspraak om tot 2026 125.000 extra banen te scheppen voor mensen met een arbeidsbeperking gaat het niet redden. Er zijn geen kandidaten genoeg, mede omdat de versnelde keuring van mensen met een Wajonguitkering tussen 2015 en 2017 voor een daling van het aantal arbeidsbeperkten heeft gezorgd. Voor werkgevers dreigen hoge boetes.
Verzekeraar Aon heeft in een brief aan demissionair staatssecretaris Jetta Klijnsma (PvdA) van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de noodklok geluid. Uit vandaag gepubliceerde cijfers van het UWV over het eerste kwartaal van dit jaar blijkt dat er eind maart 204.074 mensen in het doelgroepregister voor arbeidsbeperkten waren opgenomen. Dat waren er 43.665 minder dan tijdens de nulmeting eind 2012, maar sinds die meting zijn er maar 15.719 extra banen bijgekomen via een regulier dienstverband en 8887 via een uitzendcontract.
Mensen die niet kunnen werken en voor wie een baan volgens de herkeuring ook in de toekomst een onmogelijkheid zal zijn, worden uit het register verwijderd. En ook Wajongers die wel in staat worden geacht een reguliere baan te vervullen worden geschrapt. Aan de andere kant was het aantal mensen dat op de lijst terechtkwam via de Participatiewet de eerste drie maanden van dit jaar groter dan ooit. Deels komt dit omdat voor het eerst burgers via de ‘praktijkroute’ in het register zijn opgenomen: 1664 mensen die in 2016 al werkten op basis van een verminderde loonwaarde en die per 1 januari 2017 het recht kregen om opgenomen te worden in het doelgroepregister. De banen van deze mensen tellen dit kwartaal dus voor het eerst mee voor de banenafspraak.
Quotumwet
Sinds de herkeuringen krimpt het register met gemiddeld vijf procent per kwartaal, becijferde Aon. Die daling zet volgens de verzekeraar door ‘natuurlijk verloop’ verder door, waardoor er nog minder mensen beschikbaar zullen zijn om de geëiste banen te vullen. En werkgevers moeten vanaf 2019, als de quotumwet naar verwachting ingaat, per baan die ze te weinig hebben gerealiseerd 5000 euro boete betalen. Het streven is een quotum van vijf procent per bedrijf vanaf 25 werknemers. Kleinere zaken krijgen er dus niet mee te maken.
Er zijn volgens Aon twee oplossingen voor het dreigende probleem: of het aantal arbeidsplekken dat erbij moet komen gaat omlaag, of de doelgroep wordt uitgebreid met mensen die gebruikmaken van een sociale voorziening maar nu niet onder de regeling vallen. Het gaat overigens om 100.000 extra banen in de markt en 25.000 arbeidsplaatsen bij de overheid.
Zaanstreek-Waterland
Gemeenten, werkgevers en andere betrokkenen hebben behoefte aan inzicht in de voortgang van de banenafspraak op regionaal niveau. In de laatste regionale trendrapportage (zie hier de pdf. 20170724-trendrapportage-q1-20170 ) staat dat bij de nulmeting in 2012 Zaanstreek-Waterland 3921 mensen met een indicatie voor het doelgroepregister telde en aan het eind van het eerste kwartaal van dit jaar 3076 (min 845).
Wat het aantal reguliere banen (een baan staat gelijk aan bijna 111 betaalde uren per maand) betreft waren die cijfers 615 en 947 (plus 332). Bij de overheid werden 32 extra banen geturfd (van 42 naar 74) en bij particuliere werkgevers 300 (van 574 banen naar 873). Wat betreft uitzendbanen en detachering kwam de regio in 2012 uit op 474 en eind maart op 475 – een winst van één extra werkende regiogenoot met een arbeidsbeperking. Er kan wat discrepantie in de cijfers zitten omdat voor het UWV niet altijd duidelijk is of een baan aan de overheid of de particuliere sector moet worden toegerekend en andere ‘vervuiling’.
Factsheet pdf. 20170724-q1-2017-factsheet-banenafspraak
Transparantie klantprofielen pdf. 20170725-transparantie-klantprofielen-banenafspraak-q1-2017-v2
