Zoekt ‘big brother’ Syri mee naar fraude en ondermijning?

Foto: Pixabay

Maakt Zaanstad gebruik van het Systeem van risico indicatie (Syri) bij het opsporen van fraude in zogenoemde risicogebieden? Het omstreden burgerspionagesysteem koppelt allerlei overheidsbestanden aan elkaar en laat er vervolgens een algoritme op los om verdachte situaties in kaart te brengen, waarna nader onderzoek wordt gedaan om te kijken of de verdenkingen terecht zijn. Het systeem is omstreden omdat de reikwijdte volstrekt onduidelijk is: het is een soort digitaal schot hagel op een deel van de bevolking in de hoop op een toevalstreffer.

Rotterdam is er inmiddels mee gestopt omdat burgemeester Ahmed Aboutaleb oordeelde dat Syri een ‘disproportioneel ding’ is. De PvdA wil nu weten of Zaanstad de methode in samenwerking met de Landelijke Stuurgroep Interventieteams gebruikt om ’fiscale, sociale en arbeidgerelateerde fraude en andere ondermijning’ op te sporen in flat de Brandaris. De fractie vraagt ook inzage in het soort gegevensbestanden dat Zaanstad (en derden) gebruiken voor risicoanalyse en de selectie van mogelijke verdachten. Wordt daar ook zorginformatie en informatie uit politieregisters voor aangewend en zo ja, welke partijen stellen deze informatie dan beschikbaar, wil raadslid Tjeerd Pietersma weten.

Veel onduidelijkheid

Hoe groot de groep inwoners van Zaanstad is die onderworpen wordt aan een risicoanalyse is niet duidelijk en hoeveel burgers zijn bestempeld als mensen met een verhoogd risico op het plegen van fraude of andere misdrijven evenmin. De PvdA vraagt ernaar en wil daarnaast aan de weet komen wat de screening tot nu toe concreet heeft opgeleverd. En hoe wordt de verzamelde informatie beschermd tegen oneigenlijk gebruik door derden? Wie er allemaal inzage hebben in de info is de PvdA evenmin duidelijk.

Bodemprocedure

Een aantal maatschappelijke organisaties zoals de Stichting Platform Bescherming Burgerrechten en de FNV is een bodemprocedure tegen de Staat begonnen over het gebruik van Syri, met de eerste zitting afgelopen maand in de rechtbank in Den Haag. De belangrijkste aanleiding om in Rotterdam het systeem niet langer te gebruiken was dat het ministerie veel meer data in het systeem wilde toevoegen dan strikt genomen noodzakelijk was. Ook waren er ernstige bedenkingen tegen de omvang van de te onderzoeken doelgroep, die veel breder uitviel dan noodzakelijk en wenselijk werd geacht.

 

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen