De gemeente moet te vaak de gang naar de bestuursrechter maken omdat inwoners zich benadeeld of oneerlijk behandeld voelen. Dat schrijft Democratisch Zaanstad in vragen over het conflict over twee illegale bedrijfswoningen op bedrijventerrein Mercuriusstraat in Krommenie. Waarom is daar geen gesprek over mogelijk om tot een oplossing de komen?
In het geval van de bedrijfswoning van ondernemer Thimo Scheffers kreeg de gemeente gelijk van de bestuursrechter, maar de Krommenieër heeft beroep aangetekend tegen die uitspraak. Scheffers is ervan overtuigd dat er ooit een woonvergunning is afgegeven voor zijn huis en kan de naam van een oud-ambtenaar van Zaanstad noemen die dat volgens hem kan bevestigen. Heeft de gemeente contact opgenomen met deze voormalige medewerker, wil fractievoorzitter Juliëtte Rot weten en zo nee: waarom niet? Zo’n vergunning zou immers in het geheel niet ondenkbaar zijn gezien het feit dat elders op het bedrijventerrein legaal gewoond wordt, hoewel dat volgens het bestemmingsplan niet mag. Ook de rechter zag dat er zaken niet goed waren gegaan de afgelopen jaren maar gaf Zaanstad het voordeel van de twijfel. Fouten van de gemeente mogen niet leiden tot het ‘vergoeilijken’ van omstandigheden die überhaupt niet hadden mogen ontstaan. Het is een vergevingsgezindheid die volgens DZ te vaak door rechters uit de kast wordt getrokken om Zaanstad te behoeden voor de ongewenste gevolgen van haar fouten.
Wel gesprek in Oud Koog
De huurders van Scheffers hangt een dwangsom van 50.000 euro boven het hoofd als hun woning niet voor 1 september ontmanteld is. De Partij voor Ouderen en Veiligheid wil daar meteen na het zomerreces in de gemeenteraad over praten en pleit ervoor over om de handhaving op te schorten en een oplossing te vinden voor beide gezinnen. DZ wijst het college erop dat er in het geval van een onlangs aan het licht gekomen ruim tien jaar geleden neergezette illegale woninguitbreiding in Oud Koog wél sprake is van een gesprek tussen de bewoners en de gemeente ‘alvorens een besluit wordt genomen tot herziening van het bestemmingsplan’ en ‘om te bezien of er andere oplossingsrichtingen zijn’. Waarom kan dat dan niet over de situatie in en rond de Mercuriusstraat?
