Een duivels dilemma: kiezen tussen wonen en landschap

Dit beeld is lang geleden verloren gegaan als perceptie van 'wonen in het groen'.
Dit beeld is lang geleden verloren gegaan als perceptie van 'wonen in het groen'.
Foto: Flickr

Gemeenten bouwen de verkeerde huizen, volgens emeritus hoogleraar Friso de Zeeuw van de TU Delft. ‘De verhouding tussen het aanbod eengezinswoningen en appartementen zou 70/30 moeten zijn. Nu doen we haast het omgekeerde. Dat is niet hoe mensen willen wonen,’ zei hij tegen BNR. Maar een verdere aantasting van het landschap wil een meerderheid evenmin.

Een huis met een tuin is nog steeds een grote wens van gezinnen met kinderen, maar provincies en gemeenten kiezen voor nieuwbouw binnen de bestaande bebouwde omgeving en dat leidt vooral tot hoogbouw – ook in Zaanstad. Uit cijfers van de NVB, de vereniging van ontwikkelaars en bouwondernemers, blijkt dat het aanbod van nieuwe eengezinswoningen in een jaar tijd met elf procent gedaald. De branchevereniging heeft een position paper gepubliceerd met het oog op de aanstaande provinciale verkiezingen met daarin een oproep om het beleid te herzien.

Groen buiten én in de stad

Volgens de bouwers en ontwikkelaars moet gezorgd worden voor bouwlocaties in het groen én moet groen worden teruggebracht in de stad. Groen in de stad is bijna net zo belangrijk als groen erbuiten, stelt de NVB. Dat lijkt een pleidooi om van lastige binnenstedelijke locaties zoals die in Zaanstad her en der door de hele gemeente te vinden zijn groene oases te maken en de huizen aan de randen van de bebouwing neer te zetten – een voortzetting van het Vinex-beleid waar een streep door was gehaald is om de verstedelijking niet nog verder te laten oprukken.

Woongenot versus natuurbeleving

Bouwers hebben er ook een gezond eigenbelang bij: binnenstedelijke locaties zijn lastig te bereiken, vragen om plaatsgebonden oplossingen op soms onontgonnen terrein en leveren niet zelden onvoorziene complicaties op. Daarbij vergeleken is een paar weilanden volbouwen een eitje. Aan de andere kant willen mensen dan wel graag een tuin; een meerderheid maakt zich ook zorgen over de vernietiging van het bestaande landschap, zo is gebleken uit de Nationale Landschap Enquête van Natuurmonumenten, de grootste publieksraadpleging over het Nederlandse landschap ooit.

Beducht voor verdere aantasting

Daaruit blijkt dat 81 procent van de ruim 45.000 deelnemers – zowel leden als niet-leden van de natuurorganisatie – beducht is voor meer wegen, woningen, bedrijfshallen en megastallen. Hoe volgebouwder het landschap, des te lager de waardering:

Een ruime meerderheid van 63 procent maakt zich zorgen over het verdwijnen van bloemen, insecten en vogels in het landelijk gebied. Meer dan de helft ziet de afgelopen jaren steeds minder bloemen in de eigen woonomgeving. De deelnemers vinden ook dat er ruimte moet zijn voor het opwekken van duurzame energie, maar dan wel op logische plekken zoals daken van woningen en bedrijven voor zonnepanelen. En windmolens bij snelwegen, havens en bedrijventerreinen. Natuurgebieden en kleinschalige landschappen zijn daar volgens een meerderheid ongeschikte locaties voor. U kunt de uitslagen voor Noord-Holland hier downloaden.

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen