Opkomstdrempel bij referendum ‘onvoldoende helder, bijzonder hoog en onnodig’

Foto: Gemeente Zaanstad

Het referendum over het Cultuurcluster is op 20 juni ’over het geheel bezien goed verlopen, al is er wellicht op onderdelen ruimte voor verheldering, aanpassing en verbetering,’ concludeert de Referendumcommissie in een evaluatie van het proces. Zo vindt de commisie de in de Referendumverordening vastgestelde opkomstdrempel voor een geldige uitslag ‘onvoldoende helder, bijzonder hoog en onnodig’.

In de verordening is de geldigheid van de uitslag op een relatief ingewikkelde wijze vastgelegd: ‘Een uitslag waarbij ten minste 30 procent van het aantal kiesgerechtigden het te nemen besluit afwijst, wordt beschouwd als een afwijzend oordeel van de bevolking, tenzij een meerderheid van degenen die een stem hebben uitgebracht bij het referendum het besluit niet afwijst.’ Deze formulering geeft gemakkelijk aanleiding tot onbegrip en misverstand, aldus de evaluatie.

Opkomstdrempels bij referenda staan voortdurend ter discussie. Naast het principe van een dergelijke drempel bij een adviserend referendum en de exacte hoogte ervan is er het probleem dat kiezers uit strategische overwegingen kunnen afzien van het uitbrengen van hun stem. De vraag is ook waarom precies een opkomstdrempel nodig is. Omdat een bindend referendum in strijd is met de wet, is een referendum immers altijd een advies aan de raad.’

Eerder commissie inschakelen

Een ander verbeterpunt is om in een veel eerder stadium van de besluitvorming over het al dan niet houden van een volksraadpleging een commissie actief moet zijn om de zaak in goede banen te leiden. De Referendumcommissie stelt voor om meteen na de vaststelling van een Referendumverordening al een commissie te benoemen die direct aan de slag kan als er signalen zijn die op een referendum wijzen. Dan kan die commissie de raad in een zo vroeg mogelijk stadium van advies dienen over de vraag of het onderwerp dat ter discussie staat referendabel is. Het kan dan gaan om een permanente commissie, die als er geen activiteiten zijn ‘slapende’ is.

Geen raadsleden benoemen

De Zaanse Referendumcommissie bestaat uit onafhankelijke deskundigen van buiten. De Referendumverordening laat toe dat ook raadsleden er zitting in nemen, maar dat wordt in de evalutie onwenselijk geacht:’Een referendumproces is altijd en per definitie een politiek proces. Raadsleden benoemen in een dergelijke commissie die toezicht houdt op een proces waarbij de raad op enkele momenten een besluit neemt, is onwenselijk. De gemeente heeft er goed aan gedaan een Referendumcommissie in te stellen zonder leden die tevens een rol spelen in het formele besluitvormingsproces.’

Ongeldige handtekeningen

Uit het stuk blijkt ook dat van de 7474 door de actiegroep Kultuurklutser ingediende handtekeningen voor het houden van een raadpleging er 1801 ongeldig waren. Ruim 900 handtekeningen moesten worden afgekeurd omdat zij niet geplaatst waren op de door de gemeente verstrekte lijsten. Ongeveer 300 personen hadden twee keer getekend en een kleine 400 handtekeningen waren van niet-inwoners.

Waarschijnlijk kan met een aantal aanpassingen van het door de gemeente verstrekte formulier en een heldere communicatie bij het overhandigen van het formulier aan de initiatiefnemer(s) gecombineerd met permanente informatie over het referenduminstrument op de website van de gemeente, het aantal ongeldige handtekeningen bij een volgend initiatief (aanzienlijk) afnemen,’ schrijft de commissie daarover.

Korte termijn tussen besluit en actie

Artikel 8 van de Referendumverordening van Zaanstad bepaalt dat nadat de raad tot een referendum besloten heeft dat er binnen vier maanden moet komen. Dit is een bijzonder korte termijn, aldus de commissie, vooral wanneer de zomervakantie een rol speelt. Daar zou meer rek in moeten komen, ook al omdat er geld moet worden verdeeld om campagnes financieel te ondersteunen. ‘Bij het (achteraf) indienen van de declaraties met betrekking tot de ondersteunde activiteiten bleek overigens dat niet iedereen zich ten volle heeft gerealiseerd dat uitsluitend vergoed mag en kan worden wat door de Referendumcommissie expliciet is toegekend in het gesprek (en vervolgens schriftelijk is bevestigd).

Campagnes

De Referendumcommissie heeft tot taak erop toe te zien dat van gemeentewege evenwichtige en neutrale informatie wordt verstrekt; ‘het is de gemeente niet toegestaan om eenzijdig positieve, als het ware lichtgeparfumeerde informatie te verspreiden’. Dit heeft er toe geleid dat een 3-D filmpje over het Cultuurcluster door de commissie afgewezen als zijnde ‘niet of althans onvoldoende neutrale informatie’. Voor campagnevoerders geldt een dergelijke restrictie niet: de enige klacht die tijdens de campagne werd ingediend, over een poster, werd afgewezen: ‘Enige overdrijving of uitvergroting is welhaast eigen aan campagnevoering’.

De evaluatie gaat niet in op de door de POV verdedigde stelling dat alle ontvangers van campagnegeld in het kader van de transparantie met naam en toenaam genoemd moeten worden.

 

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen