VVD-Kamerlid Daniël Koerhuis heeft vragen gesteld naar aanleiding van het meest recente incident met een parkeergarage, de instorting van een deel van de Deka-garage aan Plein 13 in Wormerveer. ‘Deelt u de mening van het Centraal Bureau Bouwbegeleiding dat het incident in Wormerveer duidt op een dieper liggend probleem: het tekort aan bouwtoezicht?’ wil hij onder meer weten. De Zaanse fracties van de SP, Denk en GroenLinks stelden het college ook al vragen.
‘Italiaanse toestanden in Wormerveer,’ zo begon afgelopen week een artikel in NRC Handelsblad over instortende bouwwerken. Daarin kwam ook directeur Pieter Plass van dat bureau aan het woord, die aangaf dat het niet uitmaakt welk type vloer in een parkeergarage ligt: ’Het type zegt weinig over de veiligheid. Het gaat om de constructie en de details van de bouw en juist daar is het de afgelopen jaren misgegaan. De echte vraag: hoe voorkomen we dat er nieuwe gebouwen instorten, is nog steeds niet beantwoord.’
Gebrekkige bouwkwaliteit
Hij zei ook ‘over de hele linie gebrekkige bouwkwaliteit’ tegen te komen. ‘Dat zit in heel veel kleine dingetjes, maar de rode draad is een gebrek aan controle.’ Een nieuwe wet om dat te verbeteren kan pas over drie jaar worden ingevoerd.
Koerhuis en zijn CDA-collega Erik Ronnes pleitten in afgelopen april in de Tweede Kamer nog voor een landelijk overzicht van gebouwen met vloeren van risicobeton. Het verantwoordelijke ministerie van Binnenlandse Zaken wil daar echter niet aan. Pieter Plass houdt zelf online een landelijk overzicht bij van gebouwen waarvan hij weet dat recent de veiligheid van de breedplaatvloeren is onderzocht. Die zijn in de Wormerveerse parkeergarage niet gebruikt. In andere panden in Zaanstad wel.
