Genoeg effectieve medicijnen beschikbaar bij aanwezigheid resistente superbacterie

Er zijn in Nederland voldoende effectieve medicijnen beschikbaar wanneer, zoals eerder dit jaar in het Zaans Medisch Centrum , er in een ziekenhuis een resistente superbacterie opduikt. Dat antwoordt minister Bruno Bruins voor Medische Zorg en Sport op aanvullende Kamervragen .

Bacteriën met het enzym New Delhi Betalactamase (NDM) zijn resistent tegen meerdere soorten antibiotica. Een bacterie die dit enzym kan produceren is ongevoelig voor behandeling met carbapenems en ook kan NDM antibiotica uit de penicilline- en cephalosporinegroepen weerstaan. Zulke bacteriën zijn dan nog wel te behandelen met colistine en tigecycline, die op dit moment volgens de minister ‘voldoende voorradig’ zijn in het land. Er zijn wel antibioticatekorten, maar daarbij gaat het vooral om oudere middelen zoals orale penicillines.

Eenentwintig dragers gediagnosticeerd

In het ZMC zijn in totaal 21 patiënten als drager van NDM gediagnosticeerd. Daarvan ligt er niemand meer in het ziekenhuis. Op 1 september is in Zaandam voor het laatst een patiënt positief getest op NDM. Het onderzoek naar de oorzaak en de gevolgen van de aanwezigheid van de resistente superbacterie in het ZMC is nog niet afgerond, maar alle tot nu opgedane kennis wordt gedeeld met het veld. ‘Alle huisartsen, zorginstellingen en paramedici in de regio worden actief geïnformeerd door het ziekenhuis,’ schrijft Bruins.

Buitenlandse ziekenhuizen

Eerder schreef de minister al dat als de NDM-bacterie in Nederland voorkomt dit in veel gevallen na de ziekenhuisopname van een patiënt in het buitenland is.’Hij verwijst wat dat betreft naar het search and destroy beleid: bij iedere patiënt die opgenomen wordt in een zorginstelling moet volgens de richtlijnen een inschatting gemaakt worden of hij of zij een verhoogd risico op dragerschap heeft. ‘Dat is al decennia lang onderdeel van beleid voor MRSA en dat is uitgebreid naar andere resistente bacteriën (BRMO).’

[embed][/embed]

Patiënten krijgen standaard de vraag ‘bent u recentelijk opgenomen geweest in een buitenlands ziekenhuis?’ gesteld en bij een positief antwoord valt de patiënt in de risicocategorie voor dragerschap en wordt verder onderzoek gedaan door het afnemen van kweken.