Zijn kinderpardongemeenten papieren tijgers of hebben ze toch tanden?

Foto: Pixabay

Naar aanleiding van de op het nippertje afgeblazen uitzetting van de kinderen Lili (12) en Howick (13) naar Armenië, afgelopen zaterdag, wil de POV met wethouder Rita Noordzij van gedachten wisselen over de stand van zaken rond Zaanstad als kinderpardongemeente. Wat heeft dat tot nu toe in de praktijk opgeleverd?

Op 15 maart nam de gemeenteraad een motie aan om te pleiten voor een ruimer kinderpardon bij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. In het geval van Lili en Howick gebruikte staatssecretaris Mark Harbers (VVD) op het laatste moment zijn discretionaire bevoegdheid gebruikt om van de regels af te wijken, maar premier Mark Rutte heeft al met ferme uitspraken laten weten dat dit wat hem betreft eenmalig was. Hij ziet niets in de verruiming van het kinderpardon waar onder meer Zaanstad voor pleit.

Initiatieven

Afgelopen juli beloofde wethouder Rita Noordzij dat zij contact op zou nemen met de fracties in de Tweede Kamer om daar te pleiten voor steun voor een ruimer kinderpardon. Ook ging er een brief van de burgemeester naar de staatssecretaris en zou contact worden opgenomen met de VNG. De Partij voor Ouderen en Veiligheid is nu benieuwd naar de resultaten van die initiatieven en vooral naar het effect daarvan.

Fractievoorzitter Harrie van der Laan wil het daar binnenkort in de rondvraag van een vergadering met de raad graag eens over hebben. Is die lobby in de Tweede Kamer al van de grond gekomen, is er al contact geweest met de VNG en wat was het antwoord van Harbers op het schrijven van Jan Hamming?

‘Geen enkele waarde’

Hij wil ook weten wat de wethouder nog gaat ondernemen om de stem van de gemeenteraad duidelijker onder de aandacht van Den Haag te brengen, aangezien in de visie van de POV de geschiedenis met Lili en Howick wel heeft aangetoond dat de motie zoals aangenomen in de gemeenteraad van Zaanstad in de praktijk geen enkele waarde heeft. Heeft het dan nog wel zin om in de toekomst dergelijke moties op te stellen, erover te stemmen en al dan niet aan te nemen?

Wat de POV betreft blijken die ‘geheel en al voor de bühne’ te zijn. Wat vinden de overige partijen en het college van die conclusie?

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen