College start lobby in Den Haag voor een menselijker Kinderpardon

Foto: De Goede Zaak

Wethouder Rita Noordzij gaat contact opnemen Tweede-Kamerleden en hen oproepen om bij het kabinet aan te dringen op het vinden van een oplossing voor kinderen die al langer dan vijf jaar in Nederland zijn en mogelijk zullen worden uitgezet. Ook gaat er een formele brief met deze strekking naar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Het college geeft hiermee uitvoering aan de motie voor het ruimer toepassen van het Kinderpardon die in maart door de gemeenteraad werd aangenomen. Ook wordt contact opgenomen met de Bestuurlijke Adviescommissie Asiel en Integratie van de Vereniging Nederlandse Gemeenten om het pleidooi van Zaanstad bij de staatssecretaris te steunen.

Na de landelijke verkiezingen in 2012 stemde een meerderheid in de Tweede Kamer voor de Regeling langdurig verblijvende kinderen – kortweg het Kinderpardon. Die is bedoeld voor kinderen van asielzoekers en voor alleenstaande minderjarigen die geen verblijfsvergunning hebben, maar al wel langer dan vijf jaar in Nederland wonen. Er kwam eerst een overgangsregeling en vervolgens een definitieve.

Meewerkcriterium

Om in aanmerking te komen voor die definitieve regeling gelden een aantal eisen, waaronder het ‘meewerkcriterium’. Dit betekent dat een gezin zich in de vijf jaar dat zij in Nederland waren ‘actief en regelmatig’ moet hebben gemeld bij de dienst Terugkeer & Vertrek en zich moet hebben ingespannen om naar het thuisland terug te keren. In veel van deze gevallen hebben de kinderen echter het overgrote deel van hun leven in Nederland gewoond en zijn ze hier geworteld. Vaak zijn zij nog nooit in het land geweest waar zij naar zullen worden uitgezet.

Het uitzetten van deze kinderen naar landen die voor hen vreemd zijn, schaadt de lokale gemeenschap en doet de ontwikkeling van deze kinderen en hun achterblijvende leeftijdgenoten geweld aan. Daarnaast zorgt dit voor onbegrip in de samenleving en leidt tot afnemend draagvlak voor het gevoerde integratiebeleid.’ schrijft de wethouder in een brief aan de raad.

Veel afwijzingen

De strikte hantering van de criteria van de regeling had een groot aantal afwijzingen van aanvragen tot gevolg. Dit leidde tot vele meldingen van gezinnen, advocaten en betrokken organisaties die vonden dat kinderen onterecht buiten de regeling vielen. Het Kinderpardon werd volgens hen uitgevoerd op basis van een te strenge uitleg van de criteria en zou onvoldoende rekening houden met de rechten van het kind uit het VN Kinderrechtenverdrag.’

Eind 2017 werd de burgercampagne Ze zijn al thuis opgezet door het platform De Goede Zaak. In deze campagne wordt door middel van petities opgeroepen om een oplossing te vinden voor de groep kinderen die een beroep doet op de regeling. Deze actie heeft ertoe geleid dat een groeiend aantal gemeenten, waaronder Zaanstad, zich heeft aangesloten bij de oproep aan het kabinet om naar een oplossing voor deze groep kinderen te zoeken.

Uitzetting drie kinderen naar Oekraïne

Desondanks werden vorige week nog de in Nederland geboren Maksim (14), Denis (10) en Arina (5) samen met hun ouders opgehaald uit Detentiecentrum Zeist en op het vliegtuig naar Oekraïne gezet. Bijna 7000 verstuurde e-mails aan staatssecretaris Mark Harbers, een door bijna 10.000 mensen getekende petitie van de middelbare school van Maksim meer dan 2000 Culemborgers die meededen aan een lawaaidemonstratie tegen de uitzetting ten spijt.

Door deze uitzetting kwamen er wel weer drie Kinderpardongemeenten bij: de gemeenteraden van Helmond, Terneuzen en Schiedam namen moties aan waarin ze de staatssecretaris oproepen het Kinderpardon beter te regelen. Daarmee zijn er nu 42 kinderpardongemeenten.

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen