SP en PvdD tegen afromen bijstand statushouders

Zaanstad wil leningen die statushouders kregen voor inrichtingskosten gaan terugvorderen door bij mensen die (nog) niet kunnen werken vijf procent in te houden op de bijstandsuitkering. De gemeente denkt met de terugvordering van bijzondere bijstand jaarlijks een half miljoen euro binnen te halen, vooral door de beslaglegging bij statushouders, maar de SP en PvdD voorzien dat nieuwe inwoners erdoor in problemen kunnen komen.

'De financiële startpositie van statushouders anders is dan die van andere burgers,' schrijven Anna de Groot (SP) en Melchior Mattens (Partij voor de Dieren) in een motie. Zo hebben meestal leningen moeten afsluiten voor hun verplichte inburgering, maar vaak ook voor de vlucht en voor gezinshereniging. 'Daarnaast hebben ze te maken met extra uitgaven waar andere inwoners zelden of nooit mee te maken hebben, zoals leges en vertaalkosten voor buitenlandse documenten en een bijdrage voor advocatenkosten'. Vijf procent inhouden op een uitkering die geldt als het bestaansminimum kan leiden tot grote problemen 'achter de voordeur', aldus de motie. 'Ook kinderen uit statushoudergezinnen hebben een rustige thuissituatie nodig om hier een betere start in hun leven te krijgen.' Het college wordt daarom verzocht te onderzoeken of er toch mogelijkheden zijn om de beslaglegging op bijstandsuitkeringen zoveel mogelijk te beperken of om te onderzoeken of statushouders die het betreft op een andere wijze gecompenseerd kunnen worden.