De hoeveelheid restafval is de laatste jaren gedaald van 254 tot 195 kilo per inwoner per jaar, maar recente cijfers leren volgens het college dat er nieuwe maatregelen nodig zijn om dat aanbod 'substantieel te laten dalen'. Dat wordt waarschijnlijk betalen per kilo.
'Steeds meer gemeenten maken de overstap naar de toepassing van een prijsprikkel met goede resultaten wat betreft verlaging van de hoeveelheid restafval. Zaanstad wil onderzoeken of de invoering van zo’n prijsprikkel zinvol en wenselijk is , ' is te lezen in een brief aan de gemeenteraad. Er moet een nieuw Grondstoffenplan komen om de hoeveelheid restafval terug te dringen en het scheidingspercentage te verhogen. Het doel blijft 100 kilo restafval per jaar per inwoner en een scheidingspercentage van 75 procent moet uiterlijk in 2030 zijn bereikt. 'Bovenal leidt het terugdringen van de hoeveelheid restafval tot het binnen de perken houden van de kosten voor afvalverwerking.'
Het college heeft een stappenplan opgesteld om samen met de raad en met participatie van inwoners tot een nieuw Grondstoffenplan te komen. In 2023 was het scheidingspercentage 56, dus er is nog werk aan de winkel. Cijfers van 2023 leren bovendien dat Zaanstad slecht scoort met de hoeveelheid ingezameld GFTe (groente-, fruit- en tuinafval en etensresten) en OPK (oud papier en karton). De hoeveelheden die in Zaanstad per inwoner worden ingezameld zijn de laagste van alle HVC-gemeenten. De hoeveelheid GFTe in het restafval neemt bovendien toe. Inmiddels bestaat bijna 40 procent van het restafval qua gewicht uit GFTe. Daar komt nog bovenop dat steeds meer ladingen PBD (plastic, blik en drankverpakkingen) worden afgekeurd.
Landelijk lopen de kosten voor het verbranden van restafval op, worden er hogere eisen gesteld aan de kwaliteit van grondstoffen en zijn de eisen omtrent voorzieningen voor hoogbouw aangescherpt. Die strengere kwaliteitseisen gelden eveneens voor het aangeboden huishoudelijk afval. Het college zet daarom in op een nieuw Grondstoffenplan in 2027. 'Mocht van de inwoner ‘nieuw gedrag worden gevraagd’, dan is het belangrijk dat voldaan wordt aan het drieluik weten-willen-kunnen. Dat betekent dat er aandacht moet zijn voor een goede voorziening voor het inleveren van grondstoffen en restafval, voor communicatie en voor motivatie,' aldus het college.
Een uitgebreide enquête onder inwoners over het huidige Grondstoffenplan liet zien dat dat kan rekenen op 'een ruim draagvlak' en de verzamelde uitkomsten worden meegenomen in het opstellen van een nieuw plan. 'Afval en grondstoffen zijn iets waar mensen dagelijks mee te maken hebben. Als iets niet goed geregeld is, leidt dat tot ergernis bij bewoners. We constateren dat het aantal klachten in de loop der jaren aanzienlijk is afgenomen. Bij klachten gaan we ook vaak in gesprek met inwoners, die regelmatig goede voorstellen en alternatieven hebben die wij als gemeente meer dan eens overnemen.'