Rekenkamer mist essentiële informatie in Zaanse cijfers

Foto: PxHere / CC0 Publiek Domein

De Rekenkamer constateert in het kader van haar Monitor informatie Zaanse financiën een discrepantie tussen de begroting en de jaarstukken 2022. Maar meer nog ontbreken antwoorden op essentiële vragen over de fianciële vooruitzichten van Zaanstad.

De raad krijgt met de jaarstukken inzicht in de besteding van de in de begroting toegekende middelen en de mate waarin gestelde doelen zijn behaald, oftewel op welke wijze de begroting werkelijkheid is geworden. Inzicht in belangrijke ontwikkelingen die zich in het afgelopen jaar hebben voorgedaan maakt het mogelijk knelpunten en vraagstukken voor komende jaren te signaleren, aldus de brief van de Rekenkamer aan de gemeente. In de jaarstukken 2022 van Zaanstad is een overschot van achttien miljoen euro te vinden, wat ‘op zich positief is voor de gemeentelijke portemonnee, maar de vraag is wat het gerealiseerde resultaat daadwerkelijk betekent voor de stad en de Zaankanters’.

Het is immers goed mogelijk dat door de onderbestedingen op de budgetten bepaalde gemeentelijke doelen niet zijn gerealiseerd of dat het niveau van gemeentelijke voorzieningen is gedaald, aldus het schrijven. Daar zijn ook aanwijzingen voor, maar de mate waarin zijn voor de rekenmeesteers niet te achterhalen. De raad wordt aangeraden om daar meer helderheid over te verlangen.

Stijgende rentes

In de jaarstukken wordt ingegaan op het effect van de stijgende rente voor de gemeentelijke financiën en daaruit blijkt dat de rentelasten (die minder dan 1,3 procent van de totale begroting bedragen) ondanks de stijgende rente in 2022 weliswaar hoger zijn dan begroot, maar toch nog zijn gedaald ten opzichte van 2021. Deze daling wordt verklaard door het herfinancieren van de bestaande schuld begin 2022 tegen op dat moment nog lage rentes. Maar ook blijkt dat de renterisiconorm vorig jaar is gestegen naar veertien procent, tegen tien procent een jaar eerder.

De renterisiconorm laat zien welk deel van langlopende leningen binnen een jaar vervalt en geeft daarmee een indicatie van het risico dat Zaanstad loopt bij het herfinancieren van de bestaande schuld. De renterisiconorm mag van het Rijk niet hoger zijn dan 20 procent en Zaanstad heeft zichzelf tot doel gesteld om toe te groeien naar vijf procent. De stijging van de renterisiconorm vraagt daarom ook om nadere uitleg.

Achterstallig onderhoud

Achterstallig onderhoud – een onderwerp dat de provincie al langer een doorn in het oog is – heeft ook de aandacht van de Rekenkamer getrokken. Zo is dat bij de categorie wegen opgelopen tot een bedrag van 20,4 miljoen en bij de categorie groen en speelplaatsen tot 7,4 miljoen euro. Bij geen van de categorieën waar achterstallig onderhoud aanwezig is, is er sprake van toereikende voorzieningen of reserves om de achterstand in te lopen. Welke (mogelijke) gevolgen dit heeft voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud heeft de Rekenkamer echter niet in de bestudeerde stukken kunnen vinden.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen