Het Centrum voor Landbouw en Milieu en de Vogelbescherming gaan op grote schaal onderzoek doen naar het verband tussen mezensterfte en het gebruik van gif tegen de onder andere de buxusmotrups. In steden is dit jaar volgens Natuurmonumenten de sterfte van jonge pimpelmeesjes opgelopen tot 33 procent.
Naast een bacterie die longontsteking veroorzaakt en die een deel van het probleem verklaart wordt ook een oorzaak gezien in het bestrijdingsmiddel Xentari tegen onder meer de eikenprocessierups en de buxusmot. Dat gif doodt tegelijkertijd meer dan honderd andere rupsensoorten doodt. In 2018 onderzocht het CLM vijf mezen die het leven lieten op plekken waar die laatste plaag werd bestreden. Er werden in totaal veertien gifsoorten gevonden: negen insecticiden (chlorantraniliprole, DDT, fipronil, imidacloprid, indoxacarb, permethrin, spinosad, spiromesifen en thiamethoxam), één biocide (Deet) en één synergist (piperonylbutoxide).
Uit het veiligheidsblad van Xentari; het effect op vogels is blijkbaar niet onderzocht. pic.twitter.com/qSCFx0M1A7
— Ed Romeijn✏ (@EdRomeijn) May 26, 2020
Mezen zijn dol op ruspsen, die ze graag aan hun jongen voeren. En die ze daarmee dus vaak de dood injagen. Opvallend: de meeste van de gevonden middelen mogen particulieren niet eens tegen de buxusmot gebruiken.
Mezensterfte. Za. nog continue voederactiviteit van vader & moeder mees en piepende kuikens. Daarna doodse stilte. Buurtonderzoek gedaan: 2 buren in de straat hebben gespoten tegen de buxusmot. De 8 dode jongen ingevroren. Worden opgehaald voor onderzoek @zegtCLM @vogelnieuws pic.twitter.com/PqoQto7m16
— hansdenhartog (@hansdenhartog) May 2, 2019