Er komt niet eerder dan september een uitspraak in het hoger beroep dat duidelijk moet maken of Amsterdam de ja/ja-sticker mocht invoeren en daarmee wordt ook de mogelijke introductie van de sticker in Zaanstad opnieuw naar achteren geschoven in de tijd. Zaanstad had de sticker die ongevraagd reclamemateriaal bij de brievenbus moet tegenhouden al dit jaar willen invoeren, maar wacht de rechterlijke uitspraak af.
Distributeur van reclamefolders Spotta, branchevereniging MailDB en de koepel van communicatieondernemers KVGO gingen in hoger beroep tegen het oordeel van de rechter dat Amsterdam de ja/ja-sticker mag gebruiken. De tegenstanders betogen dat gemeenten niet zomaar kunnen afwijken van landelijke regels en vrezen dat het lokale beleid de belangen van winkeliers en de betrokken branches schaadt. Bovendien zou de invoering van de stickers gebaseerd zijn op onjuiste en niet bewezen milieuclaims over het terugdringen van onnodig papiergebruik.
Huis-aan-huisbladen
Met een ja/ja-sticker op de brievenbus kunnen inwoners aangeven dat zij ongeadresseerd reclamedrukwerk wensen te ontvangen. Nu krijgt iedereen die geen nee/nee-sticker heeft dat nog op de deurmat. De tussenvorm waarbij wel huis-aan-huisbladen worden bezorgd zou blijven bestaan, hoewel er nu in het land stemmen opgaan om ook deze reclamedragers onder het nieuwe regime te laten vallen en de tweedeling af te schaffen. In Amsterdam is de ja/ja-sticker al sinds 1 januari 2018 in gebruik. Op 11 september 2017 diende de eerste rechtszaak over de kwestie, aangespannen door het KVGO en MailDB. In november van dat jaar oordeelde de rechtbank in het voordeel van de gemeente Amsterdam. Het hoger beroep diende op 28 maart van dit jaar en het hof heeft dus beduidend meer tijd nodig om tot een uitspraak te komen dat de rechter in eerste aanleg. Het vonnis werd gisteren verwacht, maar is uitgesteld tot 3 september.
