De Rookvrije Generatie heeft een mijlpaal bereikt: 1000 rookvrije buitensportterreinen in Nederland. Sinds 1 september van vorig jaar toen het aantal op 550 clubs lag is het aantal bijna verdubbeld. In Noord-Holland zijn er 180 – een stijging met 88 ten opzichte van september vorig jaar. Drie daarvan komen op het conto van Zaanstad (de geel gearceerde clubs in onderstaand staatje van de Hartstichting).
De stijging is mede te danken aan de steun van sportbonden en gemeenten. Sportbedrijf Zaanstad heeft de sporthallen rookvrij gemaakt en ook plekken rondom de gebouwen, zoals terrassen. Zwembad De Crommenije is eveneens rookvrij. De organisatie gaat bovendien de buitensportaccommodaties stimuleren om eveneens rookwaren in de ban te doen. Maar liefst 84 procent van de Nederlanders wil dat sportterreinen waar kinderen komen rookvrij zijn, zo bleek uit het gisteren verschenen draagvlakonderzoek in opdracht van de Alliantie Nederland Rookvrij. Net buiten de gemeentegrenzen van Zaanstad zijn ook de velden van hockeyclub De Kraaien en het trainingscomplex van AZ inmiddels (gedeeltelijk) rookvrij.
Op de goede weg
Floris Italianer, directeur van de Hartstichting en voorzitter van de Alliantie Nederland Rookvrij, is een blij man: ‘Bijna een verdubbeling van het aantal rookvrije sportterreinen is goed nieuws voor kinderen in Nederland. Hoe meer terreinen rookvrij zijn, hoe minder kinderen in aanraking komen met roken. Door de gestage groei en de vele goede voorbeelden wordt het steeds makkelijker voor sportverenigingen om mee te gaan in de trend en ook rookvrij te worden. Uiteindelijk willen we ernaar toe dat het normaal is niet te roken op een sportvereniging. En dat gaat de goede kant op.’
Sportverenigingen kunnen vaak wat hulp gebruiken bij het rookvrij maken van hun club. Zo zien verenigingen soms een belemmering in de handhaving van het beleid of zijn ze bang voor de reacties van rokers. Via de ondersteuning op www.rookvrijegeneratie.nl/sport worden zij hierbij geholpen. De ervaring leert dat het invoeren van een rookvrij-beleid in de praktijk vaak meevalt en de reacties over het algemeen positief zijn, aldus de Hartstichting.
