Ondanks de intensieve samenwerking tussen het gemeentelijke Jongerenloket en de Zaanse scholen voor basis- en voortgezet onderwijs en het MBO in de afgelopen drie jaar zijn zowel het verzuim als scooluitval de afgelopen jaren toegenomen. Dit is deels te verklaren doordat verzuim en uitval meer worden gemeld door scholen.
Dat staat in het jaarverslag over Leerplicht en het Doorstroompunt. Er is nu aan iedere school een leerplichtambtenaar gekoppeld, waardoor er meer contact is en de lijnen kort zijn. Daarnaast hebben sommige scholen ook een speciaal verzuimspreekuur. ‘Ik ben trots op de stappen die zijn gezet en de samenwerking met de partners. Schoolaanwezigheid is een belangrijke factor in het welzijn van jongeren. Daarom wil je zo snel mogelijk zicht hebben op de eerste signalen van afwezigheid op school of dreigende uitval, zodat je daar zo effectief mogelijk op kunt handelen,' reageert wethouder Natasja Groothuismink van Onderwijs.
In het jaarverslag wordt teruggeblikt op de schooljaren 2021-2022, 2022-2023 en 2023-2024). Het absoluut verzuim is de afgelopen jaren behoorlijk toegenomen. Absoluut verzuim gaat over leerlingen die niet ingeschreven zijn bij een school, terwijl zij wel tot zestien jaar leerplicht hebben of een kwalificatieplicht hebben (tot achttien jaar). Na administratief onderzoek worden de meeste leerlingen alsnog ingeschreven. In de gevallen waar dit niet gebeurt blijken de ouders deze regels niet te kennen of is het gezin verhuisd.
Het relatief verzuim - het aloude spijbelen - is daarentegen stabiel gebleven. Er is wel een behoorlijke toename te zien in het zogenoemde 'luxe' verzuim. Daar gaat het bijvoorbeeld om vakanties buiten de schoolvakanties om. Er wordt per situatie gekeken welke aanpak het beste aansluit bij het betreffende gezin.
Het Doorstroompunt begeleidt jongeren van achttien tot 23 jaar die vroegtijdig van school (dreigen te) gaan. In het eerste schooljaar (2021-2022) bleek dat veel jongeren moeite hadden om hun draai op school te vinden na de coronaperiode. Daarnaast gingen er ook meer jongeren vroegtijdig van school. Het is voor deze groep lastiger om een geschikte opleiding te vinden of om hen te begeleiden naar een combinatie van werken en leren. Daardoor hebben meer jongeren gebruik moeten maken van inkomensondersteuning of zorg. In het laatste schooljaar zijn er meer afspraken gemaakt tussen scholen en de gemeente om deze uitstromende leerlingen te volgen en waar nodig ondersteuning te bieden.