Zaanstad bij 46 gemeenten met <10 fietsongelukken per 10.000 inwoners

De kinderen gaan maandag weer naar school en dat betekent traditiegetrouw dat extra aandacht wordt gevraagd van automobilisten voor jonge fietsers. De weken zomervakantie blijkt het delen van de weg altijd weer lastig. Vergelijkingssite Independer dook in de cijfers en ontdekte dat in Leiden relatief de meeste fietsongelukken gebeuren.

Jaarlijks gebeuren er in Nederland zo’n 19.000 ongelukken met fietsers. Amsterdam, Den Haag en Rotterdam zijn samen goed voor bijna één op de vijf ongelukken in het hele land. In Nederland zijn er gemiddeld 10,6 fietsongevallen per 10.000 inwoners, maar er zijn grote verschillen per gemeente. Koploper Leiden heeft een score van 29,3; Zaanstad van 9,2. Dat laatste cijfer is lager dan in Wormerland (12,2), maar fors hoger dan in Oostzaan (2,1 fietsongevallen per 10.000 inwoners). In slechts 46 van de 343 gemeenten worden jaarlijks minder dan tien incidenten gemeld.  

Independer

Noord- en Zuid-Holland zijn de twee provincies met het hoogste aantal fietsongelukken en ook ten opzichte van het aantal inwoners zijn dit de onveiligste fietsprovincies. Er gebeuren hier jaarlijks respectievelijk 12,7 en vijftien fietsongevallen per 10.000 inwoners. Dit aantal ligt dus een stuk hoger dan het landelijk gemiddelde van 10,6. Zaanstad droeg er aan bij met een totaal van 144 fietsongelukken. 

E-bikes

Bij 16,9 procent van de fietsongevallen is een e-bike betrokken. Dat komt neer op ongeveer één op de zes incidenten. Vooral in Drenthe (21,8 procent), Friesland (20,7 procent) en Overijssel (20,4 procent) gaat het naar verhouding vaak mis met elektrische fietsen, aldus Independer.

'Voor sommige elektrische fietsen zoals fatbikes wordt het ook lastiger om je te verzekeren. Al zijn er nog wel een aantal partijen die dit wel doen. En die verzekeringen kunnen kostbaar zijn, dus je moet ze goed vergelijken,' aldus verzekeringsexpert Menno Dijcks van Independer. Elektrische fietsen hebben in de meeste gevallen een botsing met een auto (55,4 procent), al wordt er ook vaak tegen een niet-elektrische fiets aan gereden (18,8 procent).