Vier fracties willen beter beeld van gebruik deelauto's door inwoners

De PVV, VVD, het CDA en Democratisch Zaanstad zijn voorstander van een evaluatie van deelautoprojecten om te voorkomen dat de gemeenteraad besluiten neemt die de toch al hoge parkeerdruk op veel plekken in de gemeente alleen maar verder verhogen. Er worden nu zonder goede onderbouwing deelauto’s opgenomen in bestemmingsplannen, schrijven ze in een agenda-initiatief

Deelauto's worden toegevoegd aan woningbouwprojecten zodat er beknibbeld kan worden op het aantal benodigde parkeerplaatsen, maar het zou 'zomaar zo kunnen zijn dat het gegeven kortingspercentage op de parkeernorm afwijkt van de behoefte van onze inwoners,' merken de vier fracties op. Meestal wordt een percentage van tien gehanteerd, maar 'om het gebruik en daarmee het succes of falen van de deelauto’s te kunnen beoordelen, is een gedegen evaluatieplan vereist'.

Alleen kijken naar factoren zoals het aantal kilometers dat per voertuig wordt gereden en het aantal ritten is volgens het kwartet niet genoeg: 'We moeten ook kritisch kijken naar maatschappelijke effecten, zoals parkeerdruk. Nemen mensen echt geen auto als een deelauto wordt aangeboden of kiezen zij de deelauto hooguit als vervanging van een tweede auto?' Er wordt voorgesteld om evaluaties uit te voeren over een periode van één jaar en om er snel mee te beginnen, omdat de besluitvorming over nieuwe projecten in de tussentijd gewoon doorloopt.

In het initiatief staat ook dat het gebrek aan concrete richtlijnen over het terugplaatsen van parkeerplaatsen bij het vervallen van kortingen op de parkeernormen een belangrijke tekortkoming is. 'Deze richtlijnen over het terugplaatsen zouden ons inziens moeten worden opgenomen in de plannen. Het is dus belangrijk om alternatieve oplossingen te overwegen voor het geval het deelauto-experiment niet succesvol blijkt of wanneer er geen aanbieder gevonden wordt. Alleen op deze manier kunnen we zorgen voor voldoende parkeergelegenheid in geval van mislukking van de deelautoprojecten.' 

Alleen wanneer mensen daadwerkelijk minder auto’s nemen is een vermindering van de parkeernorm gerechtvaardigd, aldus de vier partijen. 'Als gemeente hebben we maar beperkte invloed op het gedrag van onze inwoners. Daarom is het belangrijk om te zien of onze inwoners ook daadwerkelijk gebruik wensen te maken van deelauto’s die hen wordt aangeboden en in welke mate. Daarnaast is er de noodzaak om concrete richtlijnen te hebben over hoe het terugplaatsen van parkeerplaatsen moet gebeuren wanneer deelmobiliteit niet succesvol blijkt en de korting op de parkeernorm komt te vervallen. Alleen zo kunnen we deelmobiliteit en de behoeften van de onze inwoners goed op elkaar afstemmen.'