Raad van State stelt Zaanstad in het gelijk over gebruik woning Wormerveer

19 nov , 14:00 Gemeente
Screenshot_20251119_130453
Google Street View

Zaanstad is door de Raad van State in het gelijk gesteld in een dispuut over het gebruik van een woning op bedrijventerrein Molletjesveer. De eigenaar heeft het pand in gebruik als burgerwoning, maar de gemeente wil daar op termijn vanaf gezien de ligging ingeklemd tussen bedrijven en de op ongeveer 32 meter afstand liggende N246.

De gemeenteraad heeft de eigenaar 'wonen onder persoonsgebonden overgangsrecht' toegestaan en die wenste daar niet mee akkoord te gaan. De aanloop naar het geschil was voor de hoogste bestuursrechter in ons land geen verrassing: die boog zich al eerder over de bestemming van het pand. In november 2022 vernietigde de RvS het besluit om het bestaande gebruik van het pand als burgerwoning in het nieuwe bestemmingsplan voor de tweede keer onder het (algemene) overgangsrecht te brengen.

Akoestisch onderzoek

De woningeigenaar vindt het onredelijk dat Zaanstad opeens het verkeerslawaai van de N246 noemt als reden om de woonbestemming te willen inperken. Die overlast bestaat immers al vele jaren. Op verzoek van de gemeenteraad voerde onderzoeksbureau Tauw een akoestisch onderzoek uit naar de geluidbelasting op het pand vanwege de bedrijvigheid en het wegverkeer. Daaruit kwam naar voren dat het naastgelegen steigerverhuurbedrijf op piekmomenten 20 decibel meer geluid produceert dan het toegestane maximum.

De geluidbelasting vanwege het verkeer op de N246 bedraagt ten hoogste 65 dB(A), terwijl de voorkeurswaarde 48 dB(A) is en ook de maximaal te ontheffen waarde van 63 dB(A) wordt overschreden. De conclusie van Tauw is daarom dat er bij het pand geen sprake is van een goed woon- en leefklimaat. 

Geen nieuwe bewoners

Volgens de raad is het onwenselijk dat in de toekomst nieuwe bewoners / gezinnen aan de te hoge geluidbelasting worden blootgesteld. Een persoonsgebonden overgangsregeling waarborgt dat er op afzienbare termijn een einde komt aan het wonen en voorkomt - in tegenstelling tot een uitsterfregeling - dat nieuwe bewoners worden blootgesteld aan deze hinder, aldus de raad. En daar gaat de Raad van State in dit geval in mee. 

Andere mogelijkheden

Wat de eventueel nadelige invloed van het plan op de waarde van het perceel betreft, overweegt de RvS dat de raad bij de afweging ook de resterende bouw- en gebruiksmogelijkheden op het perceel heeft betrokken. Het perceel is bestemd als 'Bedrijventerrein' voor bedrijven met de aanduiding bedrijf tot en met categorie 3.2. Daarnaast is er een bouwvlak aanwezig en is het toegestaan om te bouwen voor bedrijfsdoeleinden. Ook speelt mee dat toen het perceel werd aangeschaft alleen een bedrijfswoning was toegestaan en geen burgerwoning.