
De Partij voor de Dieren en de SP willen het bedelverbod uit de Algemene Plaatselijke Verordening van Zaanstad alleen handhaven bij criminele uitbuiting. In een motie voeren ze aan dat het 'een mensenrecht is om anderen om hulp te vragen wanneer je door omstandigheden niet in eigen levensonderhoud kan voorzien'.
Zaanstad is voorstander van een verbod op bedelen in door het college aangewezen gebieden ter voorkoming of beëindiging van overlast. Maar de PvdD en SP wijzen erop dat de sociale en economische problemen in Zaanstad groeien, waaronder dakloosheid. Het college moet in het geval van uitbuiting van mensen die bedelen een middel hebben om deze groep te beschermen, aldus de twee partijen. 'Algemene overlast zoals ervaren onveiligheid kan geen reden zijn om mensenrechten te schenden.'
Het beleid in Zaanstad is om 'waar nodig' eerst naar oplossingen te zoeken buiten handhaving om. De SP en PvdD stellen daar tegenover dat dit altijd het uitgangspunt zou moeten zijn. 'Er ook wordt gesteld dat er waterbedeffecten kunnen ontstaan door dit verbod, hetgeen logisch is omdat mensen in nood niet anders kunnen dan zich wenden tot anderen. Het is daarom het verstandigste om het verbod alleen in te zetten tegen criminele uitbuiting en in alle andere situaties deze mensen zoveel mogelijk te helpen via het sociaal domein,' stelt de motie.





