Partij voor de Dieren vraagt nóg meer maatwerk bij bijtincidenten

De Partij voor de Dieren vraagt om nóg meer maatwerk bij de toepassing van de nieuwe beleidsregels voor de aanpak van hondenbijtincidenten. De partij is 'in beginsel blij' met dat er duiedelijk beleid komt en staat ook in grote lijnen achter de regels. Maar afwegingen moeten nog zorgvuldiger, schrijft Stella Pieterson in schriftelijke vragen.

In de regels is onder meer sprake van 'hinderlijke' en van 'gevaarlijke' honden en ook is aangegeven dat 'in aangewezen gevallen een gedragscursus voor de hond dringend geadviseerd kan worden'. 'Daarmee zegt u dat honden kunnen leren en veranderen. Om die reden benoemen we bij mensen het gedrag en niet de persoon (bijvoorbeeld een persoon met onbegrepen gedrag). Uit de onderzoeken die er zijn blijkt dat de houders van honden 'de belangrijkste risicofactor' vormen bij bijtincidenten. Niet alleen de hond, maar ook de omgeving en de houder spelen dus een rol bij bijtincidenten. Een eigenaar van een hond heeft de volle verantwoordelijkheid om de hond goed op te voeden en waar nodig bij zich te houden,' aldus Pieterson. Kortom: hou die persoon dan vooral verantwoordelijk.

Zij stelt voor om de term 'hinderlijke hond' te wijzigen in 'hond met hinderlijk gedrag' en 'gevaarlijke hond' in 'hond met gevaarlijk gedrag'.  Eigenaren van honden waarvoor een aanlijngebod en/of een aanlijn- en muilkorfgebod wordt opgelegd wordt dringend geadviseerd om de hond  een gedragscursus te laten volgen om (agressief) gedrag om te buigen, zodat het risico op herhaling kan wordt verkleind. Ook daar zitten volgens de Partij voor de Dieren problematische kanten aan.

'De uitkomst van de gedragstest kan voor een hond ingrijpend zijn, bijvoorbeeld als kansen gemist worden om het gedrag van de hond voldoende bij te sturen,' is in de vragen te lezen. De cursus of test dient gevolgd te worden bij een gediplomeerde en geaccrediteerde gedragstherapeut, aangesloten bij één van drie door Zaanstad genoemde organisaties. De PvdD vindt dat onvoldoende garantie voor kwaliteit en vraagt het college of dat bereid is om te onderzoeken of er meer eisen gesteld kunnen en moeten worden aan de aan te wijzen gedragstherapeuten.

Pieterson zou op de gemeentelijke website ook graag beknopte, eenvoudig geformuleerde informatie zien over de aanpak van bijtincidenten, inclusief de kosten die een eigenaar moet maken voor een gedragscursus of -test bij een incident. In het nieuwe beleid staat ook dat wanneer een hond niet kan worden teruggeplaatst, beoordeeld wordt of de hond elders kan worden herplaatst of dat – mede in het belang van de hond – euthanasie de meest geschikte oplossing is.

Pieterson wil daar een nadere uitleg over: in  welke omstandigheden is euthanasie volgens de burgemeester in het belang van de hond? 'Bij mensen is in Nederland euthanasie nooit een uitkomst van een risico-assessment. Kunt u uiteenzetten wat maakt dat u het ethisch acht dat dit bij honden wél een uitkomst kan zijn?'